146
behoorlijk schandaal in die tijd. Leendert vertrok enkele jaren
later. De ironie wil dat hiermee beslist geen ruimte werd gemaakt
voor onderdrukt toptalent, want de nieuwe directie bleef een zwal
kend beleid voeren. Aan het eind van de jaren zestig probeerden ze
zelfs de discounters met hun eigen wapens te verslaan door met
Nettomarkten te beginnen, waarbij in oude fabriekspanden twin
tig concessionairs rond een schamele supermarkt zaten.
Op 8 september 1971 vloog het distributiecentrum van Simon de
Wit in Zaandam in brand. Onze bedrijfsbrandweer verleende nog
assistentie, maar tevergeefs. Ik ging naar Leendert de Wit om hem
vrijblijvend ruimte in ons distributiecentrum aan te bieden en ver
telde erbij dat we ook geïnteresseerd waren in een overname van
hun bedrijf. Tussen Albert Heijn en Simon de Wit waren al sinds de
jaren veertig dergelijke besprekingen gevoerd, maar omdat we qua
aanpak zo sterk uit elkaar waren gegroeid, was bij ons de belang
stelling ervoor verminderd. Wij waren nu Amerikaans georiën
teerd, met moderne personeelsverhoudingen, veel techniek en een
grote dosis organisatiekunde, terwijl Simon de Wit nog een voor
oorlogse gemoedelijkheid uitstraalde. Dat viel al op als je bij hen
binnenkwam. Een maand voor hun brand hadden wij een toren
van achttien verdiepingen op het Ankersmidplein betrokken, waar
iedereen die zich iets voelde in een jasje en dasje rondstapte. Simon
de Wit huisde nog steeds in een sluip-door-kruip-door-pand, waar
de oude rotten in stofjas liepen en een potloodje achter hun oor
droegen. Ze hadden trouwens nauwelijks een staf. Wij zeiden wel-
eens tegen elkaar: “Dat haal je de donder, dat Simon de Wit nog
bestaat, ze pikken overal ideeën en hoeven daarom geen dure staf
te hebben.”
Leendert vertrouwde me toe dat de familie, die de grootste aan
deelhouder was gebleven, het bedrijf graag wilde verkopen. Ik
meldde me bij president-directeur D.L. de Bruin en president-
commissaris J. van der Velden, die het met verkoop eens waren. De
onderhandelingen zouden zich maanden voortslepen, omdat
beide heren bij ons een positie wensten. In het eindstadium dreig
de er nog roet in het eten te komen, want ook de Edah bracht
samen met Etos een bod uit. Om de zaak af te ronden nam ik het