145
schroefde zijn kabinet de jeugdlonen zodanig op dat wij in één klap
twintig procent hogere loonkosten kregen.
Desondanks geloof ik dat het niet onverstandig was dat we al
met diversificatie bezig waren. We stonden daardoor ook open
voor wat zich aandiende. De economische crisis trof het ene bedrijf
harder dan het andere. Twee concurrenten kregen wij min of meer
in de schoot geworpen.
Onze plaatsgenoot Simon de Wit was al een poosje aan het suk
kelen. Ze verloren klanten aan ons omdat ze zich bleven presente
ren als een volkszaak, en ze verloren klanten aan prijsboksers als
Dirk van den Broek en Jac. Hermans omdat ze lang niet zo voorde
lig waren als zij. Ik zeg dit nu zo losjes weg, maar midden in de
dagelijkse troep en rotzooi is het lastig uit te vinden wat je precies
verkeerd doet. Wijzelf hadden het geluk dat we door mijn grootva
der op het juiste spoor zijn gezet, maar ik vermoed dat de meesten
van ons alleen intuïtief wisten waarom wij eigenlijk succes hadden.
Als wij er onderling over spraken, hoorde je dat wij meer dan ande
ren 'klantgericht’ waren, maar het ging er juist om op welke klan
ten we ons richtten: de 'arm en rijk’ van mijn grootvader, waardoor
we konden meegroeien met de algehele welvaart.
Afgezien van de ongelukkige marktpositie werd Simon de Wit
geplaagd door problemen in de leiding. Ze hadden een derde gene
ratie die minder toewijding en deskundigheid aan den dag legde.
Over de laksheid van een derde generatie worden vaak snierende
opmerkingen gemaakt, maar de geschiedenis leert dat het eerder
uitzondering dan regel is dat een derde generatie nog boven op de
bok zit. Ook families raken vermoeid, of eigenlijk moet je zeggen:
vooral families, want in een familiebedrijf lever je een groot deel
van je privé-leven in. Bij Simon de Wit zaten toen nog Simon en
Leendert, die beiden niet hun hele hebben en houden in het bedrijf
wilden stoppen. Omdat het bedrijf voor de oorlog met campings
en campingwinkels was begonnen, was er extern kapitaal binnen
gehaald, waarmee ook enkele buitenstaanders in de raad van com
missarissen kwamen. Mijn oud-dispuutgenoot Simon werd in
1962 ontslagen, toen hij als chef de mission van onze nationale
sportploeg optrad tijdens de Olympische Spelen in Tokyo, een