al kan ik haar niemand aanbevelen. Op de h bs was ik een mini-
mumlijder met voornamelijk oog voor sport. Ik was, hoe je het ook
draait of keert, het populaire zoontje van de baas en behoorde tot
de beruchte derde generatie, die zo veel bedrijven naar de verdom
menis heeft geholpen. Door de ziekte kreeg ik belangstelling voor
andere dingen en ontwikkelde zich bij mij de ambitie om echt iets
van mijn leven te maken. Tegelijk veranderde mijn omgang met
mensen. Ik werd op jonge leeftijd voor menigeen een biechtvader,
klaagmuur of vraagbaak en dat is altijd zo gebleven. Gelukkig
stond mijn handicap een affectief leven niet in de weg. Een Ameri
kaans spreekwoord zegt: ren nooit achter een tram of een vrouw
aan, want over vijf minuten komt er weer een langs. Ik kón met
mijn benen niet eens rennen, maar voor de rest kan ik melden dat
dat spreekwoord aardig klopt.
Laat ik met mijn verhaal beginnen.
13