ook de oude glans te verdrijven, zodat we overstapten op kijkwin- kels, waar de klanten met een catalogus hun weg moesten vinden. Het grootste diversificatieproject was Miro, onze eigen hyper markt. Met McKinsey hadden we besproken dat we in de non foodsector zouden penetreren. Origineel was dit niet, want in 1961 hebben we op het punt gestaan de huishoudwinkels van Blokker over te nemen, wat één lid van die familie op het laatste moment verhinderde (hetzelfde hebben we later nog eens meegemaakt met Maison van den Boer). De non-foodsector was voor ons aantrek kelijk, omdat het publiek relatief steeds minder geld aan levens middelen besteedde, mede omdat wij zulke lage marges hanteer den. Absoluut gezien steeg de omzet in levensmiddelen nog wel, maar de omzet van duurzame goederen steeg veel sterker. Gingen mensen vroeger een paar keer naar een zaak toe om over de aan schaf van een radio te palaveren, nu kochten ze binnen enkele minuten zo’n ding. Ik moet bekennen dat voor ons kruideniers duurzame goederen een aparte verleiding hadden. In de Raad voor het Filiaal- en Grootwinkel Bedrijf voerden de non-foodjongens nog steeds het hoogste woord en het zou natuurlijk ontzettend aar dig zijn om juist op hun terrein actief te worden. Ook Jack Bons van de Bijenkorf besefte dat. Misschien had hij voorgevoelens, maar begin 1970 nam hij me na een bijeenkomst van de Raad apart om te vragen of wij niet met de Bijenkorf wilden fuseren. De mare wil dat ik toen heb gezegd: “Dat is goed, we zul len jullie overnemen.” Ik kan me dat niet herinneren, al was ik meteen voor het idee geporteerd. We spraken af elkaar te ontmoe ten in hotel The Compleat Angler in Marlowe bij Londen. Daar legde ik Bons cijfers voor, die ik McKinsey had laten opstellen. Bons schrok zich een hoedje. Hij was een zoon van een eenvoudige Amsterdamse diamantslijper die soms de indruk wekte alsof hij tweeduizend jaar beschavingsgeschiedenis moest torsen. Tijdens vergaderingen zat hij het liefst te filosoferen met de toppen van zijn vingers tegen elkaar; een lachje haalde je bij hem niet één, twee, drie naar boven. Wij liepen een beetje te hard van stapel, vond hij en zijn collega’s waren het met hem eens. De onderhandelingen werden snel stopgezet. Het verschil tussen kruideniers die van aan- 141

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 159