139 gaat verdienen. Wel vroeg ik regelmatig aan de onroerend-goed- mensen of ze al een mooie locatie voor een hotel hadden gevon den, maar zij antwoordden dan steeds: “Ab, daar zouden wij niet aan beginnen.” Om het onderwerp diversificatie eens goed door te spreken haalden Van Meer en ik McKinsey erbij. Na allerlei sessies besloten we in elk geval met de restaurants door te gaan. Dat had een voor de hand liggende reden. Wat mensen aten in restaurants, kochten ze niet bij ons. Gerrit Jan had becijferd dat inmiddels zo’n tien pro cent van alle levensmiddelen via de horeca werd verspreid en je hoefde geen futuroloog te zijn om te beseffen dat dat zou toene men. Het was zaak om in deze markt te blijven, ook al rendeerden onze restaurants matig tot slecht. Als grootwinkelbedrijf waren wij namelijk gehouden aan cao’s en konden we niet met onze cijfers rommelen. Hoeveel dat kan uitmaken weet het grote publiek inmiddels uit de rechtszaak tegen Van der Valk. Om de personeels kosten te drukken waren wij gedwongen om in alle restaurants zelfbediening door te voeren; bij Van der Valk daarentegen werden de gasten als vanouds aan tafel bediend, met uitserveren en al, ter wijl een menuutje bij hen ook nog eens twintig tot dertig procent goedkoper was dan bij ons! Zoiets is alleen voor bijgelovige men sen een raadsel. Toevallig werden wij in deze periode benaderd door een Neder lander die bij het Amerikaanse McDonald’s werkte. McDonald’s had Nederland uitgekozen om een eerste internationale stap te zet ten en bood ons een joint venture aan. Ik had het bedrijf in Ameri ka goed leren kennen. Hun grootste kunststukje was dat je elke McDonald’s door een ringetje kon halen, wat in schrille tegenstel ling stond met vrijwel elke hamburgertent en cafetaria uit die tijd. Ze waren bovendien ingesteld op gezinnetjes in de suburbs; van daar dat er geen alcohol werd geschonken en er geen jukeboxes stonden. Zelfs het eten was op kinderen gericht, getuige de Big Mac, die je niet zonder geknoei kunt eten. Wat is er leuker voor kinderen? Je moet als volwassene een Big Mac ook eigenlijk zien vanaf een lage stoel, zodat je gezicht er precies voor komt te han gen.

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 157