136
vind ik het geschreeuw in het Engelse parlement, wat liefhebbers
van politiek juist het summum vinden. Het punt is natuurlijk dat
je als ondernemer nooit een achterban hoeft te bedienen. Je kiest je
eigen achterban, en dat was in mijn geval de klant. Qua manage
mentstijl behoorde ik ook tot het ‘servicetype’. Als ik mezelf bij de
kop pak geloof ik dat ik met een redelijke kans van slagen een hotel,
een luchtvaartmaatschappij of een warenhuis had kunnen leiden,
maar niet een fabriek van dieselmotoren of een graanoverslagbe-
drijf, waarin de techniek belangrijker is dan de klant. En om op die
trucjes terug te komen: als serviceman weet je dat je met onwillige
honden geen hazen kunt vangen. Je moet het geduld opbrengen
om iedereen op één lijn te krijgen, en dat was wat mij betreft mijn
enige ‘trucje’.
Dit werkte overal, behalve bij Herma. Als ik om kwart voor zes op
’t Reygerbosch aanreed, was het voor mij steeds de vraag in welke
stemming zij zou verkeren. Was het weer mis dan moest ik denken
aan de band die mijn vader en moeder met elkaar hadden gehad.
Mijn moeder, die na de dood van vader in een semi-verzorgingsflat
in Overveen was komen wonen, leek daar nog steeds van te genie
ten. Ze kon het met iedereen die op haar weg kwam lekker vinden
en had eigenlijk alleen een afschuw van kouwe kak. Hoe anders was
Herma! Als ze niet bars was dan gedroeg ze zich afwezig. Ik bereid
de me ’s avonds voor op de volgende dag, maar zette de stukken
soms op de Griekse agenda en dan lagen ze er de volgende ochtend
nog net zo. Ik nam in die tijd allerlei kleine beslissingen. Met drie
pakjes sigaretten per dag was ik de spreekwoordelijke kettingroker.
Op een keer stak ik een sigaret aan met de vorige sigaret en toen ik
die vorige wilde uitmaken zag ik dat er nog een sigaret van me lag
te smeulen in de asbak. Nadat ik voor een galblaasoperatie het zie
kenhuis in was geweest, hield ik abrupt met roken op. Verder zette
ik een zware hoornen bril op en liet ik bakkebaarden groeien.
Ik weet niet of dit voortekens waren, maar op een gegeven mo
ment was het hommeles met Herma. Terwijl Albert jr en ik klaar
stonden om met haar naar een wedstrijd in Engeland te gaan, liet
ze ineens weten dat ze thuisbleef. Omdat alles al betaald was,