X--
'-jïïrfffc-w-' -J ft"
Boven
De fabrieken aan de Oostzijde in Zaandam, waarover mijn vader de direc
tie voerde. Ooit werden hier duizend lekkere artikelen gemaakt.
Linksboven
Mijn grootouders zoals ik me hen herinner. Albert (1865-1945) kon ieder
een in een goed humeur brengen, zoals een handelaar in levensmiddelen -
heerlijk woord: ‘levens-middelen’ - betaamt. Neeltje (1869-1946) zong nog
Zaans, dus heel langzaam en onderkoeld: ‘Et zal toch niet waar weze.’
Linksonder
De tweede generatie. Oom Gerrit (1895-1984) was iemand die met een
winkel kon praten. Ik denk dat hij mij verweet dat ik teveel met de klanten
praatte. Vader Jan (1897-1964) sprak heel weinig maar had een hart van
goud: ‘Toute la verité n’est pas bon a dire.’