fabrikanten kartelafspraken gemaakt. Om deze redenen werd in 1951 de verticale prijsbinding door het Supreme Court verboden. Daarna had je feitelijk geen discounters meer, want er viel nergens korting op te geven, en je zag dan ook dat de betrokken winkeliers hun winkels geleidelijk verfraaiden. In Nederland was discount aanvankelijk ook een zaak voor wit- en bruingoed. Volgens mij waren de gebroeders Molenaar met hun Wastora de eersten die de discount-formule hanteerden. Nog fana tieker waren de Witte Schuren die in verlaten fabriekshallen verre zen. En natuurlijk waren wij met onze pmc in zeker opzicht ook discounters, en zelfs op zeer grote schaal, al presenteerden wij ons niet als zodanig. Hierdoor werd de verticale prijsbinding voor gebruiksartikelen in Nederland geleidelijk een wassen neus: zij werd in 1964 afgeschaft. Maar voor de voedingsbranche zou er nog een heel gevecht volgen. Het belangrijkste argument tegen de voorgeschreven prijzen was dat bijvoorbeeld een supermarkt in het westen van het land veel minder kosten aan een artikel had dan een toonbankzaak in een provinciedorpje, terwijl de kruideniersmarge op de laatste berekend werd. Wij als Albert Heijn kregen daardoor een te hoge marge, wat aantrekkelijk scheen, maar niet volgens het principe van ‘grote omzet, kleine winst’ was. De fiva (Fabrikanten en Importeurs van Verbruiks Artikelen) huldigde daarentegen het ouderwetse standpunt dat er aan een rijksdaalder meer te verdie nen viel dan aan een gulden en speurde met eigen rechercheurs naar overtreders van prijsafspraken, die dan werden beboet of zelfs werden uitgesloten. Hoe ver men hierin wilde gaan bleek toen Douwe Egberts een marktkoopman van de Albert Cuyp, Pieter ten Bosch, door justitie liet gijzelen, omdat hij systematisch de-koffie zestien cent onder de officiële prijs 1,94) verkocht. Dat de man uit vrije wil een deel van zijn eigen marge inleverde, deed er ken nelijk niks toe. Dit klimaat was ideaal voor vechtjassen als Dirk van den Broek en Co Hermans, die met andere nieuwkomers de Superunie vorm den. Na allerlei publicaties en processen kondigden Van den Broek en Hermans in januari 1967 aan dat zij driehonderd merkartikelen 123

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 125