als leidraad te hebben: als wij het maar kwijt zijn. Wij wilden daar entegen standaardmaten, een behoorlijke esthetiek én stickertjes op de producten. In het buitenland konden we dat regelen met afnamecontracten, dus contracten waarbij de oogst nog op het land staat (het eerste afnamecontract sloten we in 1961 met de sinaasappelenexporteur Martinavarro in Valencia, waarbij we het alleenrecht op het merk Chico kregen). In Nederland kennen we echter het gedwongen veilingsysteem, wat - op korte termijn - prettig is voor de boeren maar niet voor grote afnemers. De boeren worden op de veilingen bijna uitgenodigd om zich niks van ons aan te trekken, want wij hoefden ons gezicht er maar te laten zien of de prijzen stegen. Uiteindelijk was er één glastuinder, Valk uit Dubbeldam, die met ons wilde samenwerken. Met hem konden we de aanblik van de sla, komkommers en tomaten verfraaien, wat op den duur door andere telers werd nagevolgd. Elders profiteerden we weer van de schaal die we hadden. In de Centrale Slagerij uit 1964 konden we zulke voorraden houden dat we nooit met uitbenen hoefden te smokkelen en in staat waren een permanente selectie van honderd vleessoorten aan te bieden. Een gewone slager kon daar niet aan tippen, want hij moest de stukken die hij had eerst opmaken, wat aanleiding gaf tot een steeds wisse lend assortiment en tot kleine foezelarijen. Niet voor niets voerden wij een slagzin die menigeen nu loos zal voorkomen: ‘Onze bief stuk is biefstuk.’ Mensen uit die tijd begrepen precies wat wij be doelden. En dan de kruidenierswaren! Inkoop was ook hier ons voordeel. De eerste jaren trok Ligtenstein geregeld naar Amerika, waar hij tientallen artikelen vandaan haalde. De lol was om precies dat te vinden waar de klant behoefte aan had, al schoten we er soms naast. Op een gegeven moment kwam Ligtenstein aanzetten met instant-deeg in worstvorm, waarvan je afgesneden plakjes direct in de oven kon leggen. Danerolle zou daar later furore mee maken, maar toen zagen wij over het hoofd dat veel Nederlanders nog geen oven bezaten. Toch zorgden ook de missers voor sfeer. De klanten begonnen in de gaten te krijgen dat wij aparte dingen voor een aantrekkelijke prijs verkochten en wij konden hen daardoor aan de 119

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 121