Met ons eigen assortiment volgden wij een zelfde politiek. Door het groeiend toerisme naar het buitenland ontstond meer belang stelling voor nieuwe producten, wat werd aangezwengeld door bla den als Libelle en Margriet, die daar lovenswaardig op insprongen. Wij hoefden in eerste instantie de gerechten uit de Libelle en Margriet maar te volgen om te kunnen scoren. Dit lijkt vanzelf sprekend, maar wij waren wel de enigen die dat deden. Onze col- lega-bedrijven hadden klaarblijkelijk besloten dat ze boven alles voordelig wilden blijven, waardoor ze het publiek niet voorgingen maar achternaliepen. Mettertijd ontdekten wij dat juist ketens bij uitstek geschikt zijn om de mensen vóór te gaan. Als keten konden wij een hoop lawaai maken als we dat wilden. Wanneer een nieuwe supermarkt werd geopend lieten we Bekende Nederlanders opdraven of verklede figuren van de tv (Joop van den Ende is zijn carrière bij ons als Batman begonnen). Voor alle winkels hadden we langlopende spelletjes, zoals ‘Appel en Ei’ en het ‘Prijzentroefspel’, waarmee zelfs auto’s te winnen waren; en acties als ‘Amerika’, waarin we het barbecuen propageerden, toen nog volslagen onbekend in Nederland. Wij kregen hiermee een progressief imago, en dat werd nog versterkt door het a h -beeld merk dat onze ontwerper Egbert Jonker samen met Allied Indus trial Designers in Londen uitdokterde. Het beeldmerk kostte ons de lieve som van 8000 gulden en bestaat nu al dertig jaar. Als keten waren wij ook in staat het gebruik van artikelen te beïnvloeden. Wie herinnert zich niet de beroemde Pinard? Onze wijnman Dolf ter Schure vond dat wijn in Nederland nog steeds een snobistische aangelegenheid was, en een jaarconsumptie van vier liter per hoofd van de bevolking gaf hem daarin gelijk. Ter Schure wilde een shockeffect sorteren: in één keer moest iedereen van het idee af dat wijn voor de happy few was. Hij kwam in 1969 met een rode, witte en rosé Pinard in witte literflessen met een schroefdop en met etiketten gedeeltelijk in het Nederlands gesteld. De smaak was ook speciaal op Nederlanders afgestemd; Ter Schu re bleef expres sigaretten roken om te kunnen proeven wat de gemiddelde Nederlander proefde. Pinard was dus in de ware zin van het woord ‘vin ordinaire’. Maar, zoals dat dan werkt, ook als je 117

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 119