erbij. En dat werden allemaal luxegoederen: kampeertenten, boor
machines, barometers, tuinmeubels, grasmaaiers et cetera. Alles bij
elkaar zouden we drie miljoen van dit soort artikelen aan het
publiek slijten, met als absolute uitschieters: 270.000 elektrische
blikopeners en 145.000 koelkasten.
Maar van een leien dakje ging dat niet. Er waren winkeliers die
zo blij als blik waren met onze actie. Er ontstond ineens vraag naar
artikelen. Ik herinner me dat winkelier Sieswerda uit Bloemendaal
me vertelde: “Je moet op jullie actie inhaken. Ik zeg altijd tegen
mijn klanten dat jullie koelkast uitstekend is, maar dat zij alleen
een grotere nodig hebben, en hup, gaan ze weg met een grotere.”
Het behoudende deel van de handel was echter razend om wat wij
deden. Men verweet ons line-robbing. Wij maakten goede sier met
hun makkelijkste artikelen en gaven die weg zonder winkelkosten
te berekenen; men vond dat parasitisme en diefstal. De gezamenlij
ke middenstandsbonden mengden zich in het koor en eisten van
de staatssecretaris van Economische Zaken een verbod op onze
actie. Gelukkig waren De Gruyter en Simon de Wit kort na ons met
vergelijkbare opzetjes begonnen, zodat niet alleen wij onder vuur
kwamen te liggen.
Het werd ernst toen onze commissarissen zich achter de critici
schaarden. Verrijn Stuart vond dat wij bezig waren het hele distri
butiestelsel te verstoren. Hij vreesde zelfs dat hij zijn commissari
aat bij Albert Heijn moest opgeven, omdat hij ook voorzitter van
de ser was, waarbinnen de Vestigingswet werd geregeld. Joop
Meynen, oud-minister van Defensie en president van de aku, die
wij hadden binnengehaald als toekomstig opvolger van Verrijn
Stuart, was even afwijzend. Je proefde bij beide heren een reactie
van: ‘Wat moet zo’n upstart van een kruidenier tegen de gevestigde
orde aanschoppen?’ Want daar hoorden wij in die jaren beslist
niet toe. De calvinistische Meynen beschouwde ons al helemaal
als een stelletje donderstenen, omdat we ons bleven verzetten tegen
de verplichte maandagmorgensluiting en vakantiesluitingen. We
hebben daarover wel tweehonderd processen gevoerd, reden waar
om een officier van justitie Albert Heijn de zwaarste jongen van
Nederland had genoemd. Dat was niets voor Meynen.
H5