6 Het leven is duurder dan het zou kunnen zijn Auto’s, televisies, wasmachines, centrifuges, grammofoons, stofzui gers, Black Decker’s... De jaren zestig worden meestal omschre ven met begrippen als provo, seksuele revolutie en ontzuiling, maar voor de meeste mensen was het vooral het tijdperk van nieu we spullen. Denk aan de keuken. Een modaal gezin kreeg een snel kookpan, een mixer, een broodrooster, een koffiezetapparaat, een inbouwfornuis, een koelkast, een barbecuegrill plus een la vol in strumenten als pepermolens en knoflookpersen. Met al die aanwe zige waarden veranderde de inrichting van de keuken. Het immen se fornuis met bijbehorende wasemkap verdween en tot in de kleinste woning werd de keuken omgevormd van een rommelige werkruimte voor de huisvrouw tot een gezellige kamer voor alle gezinsleden, met inbouwkasten en een kunststoffen aanrecht. Als het even kon gingen de mensen er ook eten. De volgende stap was de ‘open keuken’ met kruidenrekjes en uitgestalde pannen en pot jes: de keuken als smederij en maag van het gezin. Dit zegt iets over de positie die de maaltijd begon in te nemen. Jonge mensen kunnen zich waarschijnlijk niet voorstellen dat aan het begin van de jaren zestig de meeste Nederlanders nog nooit champignons en macaroni hadden gegeten. Terwijl ze bij wijze van spreken het blad Sextant van de nvsh en De Eendimensionale Mens van Herbert Marcuse lazen, aten ze nog hetzelfde als hun ouders en grootouders. Dit had gedeeltelijk te maken met onze puriteinse inslag, waardoor de goede dingen van het leven snel als zondig werden gezien. Maar wat was in dit verband ‘zonde’? Nederland stond op het gebied van levensmiddelen bekend als het vuilnisvat van Europa, omdat er op de markt en in bepaalde win kels artikelen werden verkocht waar het publiek in andere landen de neus voor ophaalde. Ook hoorde je beweren dat onze boeren in

Albert Heijn - De memoires van een optimist | 1997 | | pagina 113