Mijn vader kondigde begin 1962 aan dat hij tijdens de komende
aandeelhoudersvergadering wilde overstappen van de raad van
bestuur naar de raad van commissarissen. Dit verraste mij eigen
lijk, want hoewel mijn vader de ‘Dreesleeftijd’ had, zoals dat kort
na de invoering van de aow heette, was hij in mijn ogen jong en
sportief gebleven, net als mijn moeder. J.W. de Vries, die even oud
was, zag hierin aanleiding om dezelfde overstap te maken, maar
oom Gerrit hield zich muisstil, ondanks het feit dat hij al 67 jaar
was. Ik heb al gezegd dat oom Gerrit niets anders dan Albert Heijn
had; hij leefde voor de zaak.
Inmiddels was ik plaatsvervangend lid van de raad van bestuur
geworden, samen met Dirk Vethaak, de vroegere assistent van De
Vries, en ir. Hilco Glazenburg, die bij Sterovita zat. Met twee leden
die om hun leeftijd willen vertrekken en een derde lid dat ouder
was dan zij en dat niet wilde, kreeg je onvermijdelijk discussie met
de commissarissen. Oom Gerrit genoot veel krediet, want van Ver-
rijn Stuart mocht hij voorzitter van de raad van bestuur worden,
met mij en de anderen als gewone leden. Dit was oom Gerrit ech
ter te min. Hij vond vooral mij te jong en te onervaren om als
gelijkwaardige te behandelen en stelde voor dat wij plaatsvervan
gende leden zouden blijven en hij enig lid. Au fond was dit gezeur.
Terwijl ik me op de vlakte hield zag ik een spartelende man voor
me, die het onderspit ging delven. Verrijn Stuart accepteerde onder
geen beding dat Albert Heijn een eenhoofdige leiding zou krijgen
en toen oom Gerrit aan zijn voorstel bleef vasthouden, manoeu
vreerde hij zichzelf regelrecht de raad van commissarissen in, waar
hij niet naartoe had gewild. Ik wist dat hij zijn nederlaag aan mij
zou wijten, hoewel hij die aan zichzelf te danken had.
De nieuwe raad van bestuur, met mij als voorzitter, werd geïn
stalleerd op 28 juni 1962. Tot mijn plezier kregen we mijn broer
Gerrit Jan erbij. Mijn broer was sinds een jaar marketingdirecteur
van het concern; daarvoor was hij directieassistent bij Sterovita
geweest en had hij de leiding over de supermarkten gehad. Hij had
net als ik Nijenrode gedaan (plus een jaar Business Administration
in Berkeley) maar was heel anders dan ik. Hij hield niet van gek
kigheid op kantoor; hij was gereserveerd, een tikkeltje verlegen. In
io6