slijters een stokje voor gestoken. Gelukkig had Sterovita in 1952 een
samenwerkingsverband gesloten met de Coöperatieve Melk Cen
trale (cmc), die vanaf dat moment voor eenderde in het kapitaal
deelnam. Hierdoor was in elk geval de aanlevering van melk gega
randeerd. Want ook dat vormde een punt in het melkwereldje:
coöperatieve boeren en kapitalistische bedrijven maakten elkaar
uit voor ‘smerige speculanten’ en ‘vuile marxisten’ en weigerden
samen te werken.
Er was eigenlijk maar één onderdeel van het melkbedrijf dat uit
stekend liep. Dat was Sterovita Melkexport nv, die buiten de deel
neming met cmc was gebleven. Melkexport was gevestigd in Dor
drecht en beleverde de Amerikaanse strijdkrachten in Europa. Het
ging om orders van een miljoen liter melk per week. De aantrekke
lijkheid zat hierin dat de overheid 5,4 cent per liter melk aan
exportsubsidie verstrekte, wat op jaarbasis een bedrag van bijna
drie miljoen gulden betekende zonder dat we er iets voor deden!
We hebben met de commissarissen gepraat of we dit bedrag eigen
lijk wel konden opstrijken, maar de redenering was vrij simpel: de
overheid wilde aan deviezen komen en gaf daarvoor aan het bui
tenland weg wat zij in het binnenland terugpakte. Sterovita n v en
Sterovita Melkexport n v moesten dus eigenlijk als één geheel wor
den gezien. Intussen nam Melkexport de helft van onze totale net
towinst voor haar rekening.
Aangemoedigd door het succes van Melkexport ging oom Ger
rit in op een voorstel om in Marokko (Casablanca) een melkfa
briek te beginnen, wat in maart 1955 gebeurde, samen met een
Frans consortium. Het jaar daarop startte een melkfabriek in Libië
(Tripolis). Ik moet erbij vertellen dat deze landen destijds heel ver
van ons bed lagen. Bomli, die het voorbereidende werk deed,
kwam terug met verhalen over berbers die elkaar om het minste of
geringste afmaakten en nog zo gewend waren aan het leven in een
tent dat ze niet eens wisten wat een wc was. Toch hadden we in deze
landen althans de zekerheid dat Amerikaanse legereenheden onze
klant waren. Voor oom Gerrit hoefde dat niet eens, want hij kwam
ook met plannen aanzetten voor Ghana en Turkije. Volgens hem
moesten we de ‘Hollandse knowhow en ondernemingslust’ inzet-
103