bovenkleding, speelgoed, lectuur en delicatessen. Dit was in zekere
zin bluf, want om de ruimte te vullen stalde Van Meer bijvoorbeeld
acht meter slaolie uit. Maar voor Van Meer was het belangrijkste
dat wij steeds als grootste kruideniersbedrijf aanwezig waren,
zodat de beslissende instanties ons nooit zouden overslaan.
Dit speelde vooral bij de ontwikkeling van nieuwe shopping
centres, zoals die door Anton Dreesmann werden opgezet. De
energieke Dreesmann had in de Verenigde Staten gezien hoe shop
ping centres het leven uit de binnensteden wegdrukten, en omdat
Vroom Dreesmann daar zijn warenhuizen had, wilde hij dat
proces in Nederland voorkomen. De detailhandel moest zelf win
kelcentra bouwen en als partners daarbij koos Dreesmann de Mid-
denstandsbank namens het midden- en kleinbedrijf en c& a en de
Bijenkorf namens het grootwinkelbedrijf - niet ons! Dit stoorde
mij. In de Raad voor het Filiaal- en Grootwinkelbedrijf voelden wij
ons ook al achtergesteld, want van oudsher voerden de non food-
mensen daarin de boventoon; zij zaten tijdens de jaarvergaderin
gen altijd voorin. Nu kon Jacques Bons van de Bijenkorf op zijn
bedachtzame manier, met zijn vingertoppen tegen elkaar, nog eens
zeggen: “Wij als grote drie hebben besloten...” terwijl zijn bedrijf
kleiner was dan het onze. Maar Van Meer was voor hem de ideale
tegenpartij. Als er over de verdeling van de panden in een nieuw
winkelcentrum werd gesproken, zei Van Meer gewoon: “Wij
nemen dit pand.” Bons drukte dan zijn vingertoppen nog harder
tegen elkaar.
Eén keer is Van Meer heel ver gegaan. In die tijd had je de op
komst van prefabbouw, wat een oplossing bood voor het bestaan
de tekort aan metselaars en bouwmaterialen. Van Meer was door
minister Bakker uitgenodigd om met een groep detaillisten, ban
kiers en ambtenaren een studiereis naar Zweden te maken. Minis
ter Bakker toonde zich daar opgetogen over de prefab, en Van Meer
bestond het om tegen hem te zeggen dat Albert Heijn allang plan
nen voor zulke bouw klaar had maar bij geen enkele gemeente toe
stemming ervoor kon krijgen. Ter plekke stelde minister Bakker
hem een aantal vergunningen in het vooruitzicht als Van Meer
die plannen zou overleggen en in minstens één gemeente kon
101