X-
L
BIOLOGISCH
allerhande
Langzaam maar zeker
De biologische courgettes groeien iets
trager dan de reguliere. ‘We geven
langzaam vrijkomende organische
meststoffen en werken met groen-
bemesters.’ Begin april worden de
courgettezaadjes geplant op verhoogde
grond (ruggetje) met biologisch afbreek
bare folie erover. Dit zorgt ervoor dat de
grond opwarmt, er geen onkruid bij komt
en dat er geen zand opspat tegen de
courgettes. Vervolgens worden de planten
afgedekt met vliesdoek om ze te bescher
men tegen de vorst. Eind mei, begin juni
worden de eerste biologische courgettes
geoogst. Zodra er geen kans meer is op
nachtvorst, gaan de doeken van het veld,
komt de imker langs en worden er
bijenkasten geplaatst. De bijen brengen
het stuifmeel over van de mannelijke
bloemen naar de vrouwelijke. ‘Tijdens de
groei vormt de courgette zaad. Voordat
daar alle energie naartoe gaat, worden de
courgettes geoogst. De plant denkt dan:
hé, ik heb me nog niet voortgeplant!
En hij zal weer nieuwe courgettes gaan
aanmaken.’ Johan lacht. ‘Dat vind ik
nou zo mooi van een courgetteplant.
Als je er goed voor zorgt, kun je heel
veel courgettes uit één biologische plant
halen en kun j e er lang mee doen.’
et grote verschil met het telen van
de gewone courgette is dat er bij de
biologische teelt geen bestrijdings
middelen of kunstmest wordt gebruikt’,
begint courgetteteler Johan Tielen
enthousiast. ‘Onze grond is voor ons het
allerbelangrijkst. Door goed voor het
bodemleven te zorgen maakt de grond de
juiste voeding, zodat onze planten goed
kunnen groeien en beter beschermd zijn
tegen ziekten en plagen.’ Deze komen
vaak op zwakkere planten af of op planten
die het niet goed naar hun zin hebben.
‘Ziekten zoals meeldauw of vruchtvuur en
ongedierte worden bestreden met goede
bodemgezondheid, speciale teelttechnie-
ken en veel denkwerk hoe we de percelen
het beste kunnen indelen, zodat de kans
op plagen en ziekten geminimaliseerd
wordt. Dit alles zorgt voor een prachtige
biologische teelt.’
F -
O A,
Om
81
1