Op naar Haaften, waar kweker Bert-Jan Pippel zijn bramenplanten van stek tot struik zelf opkweekt. Dat gebeurt buiten. ‘Zijn ze 2 meter hoog, dan verhuizen ze naar de kas.’ Hugo: ‘Gaat dat achter elkaar door?’ Bert-Jan: ‘Nee, we telen en oogsten in batches. Een groot deel gaat eerst naar de koeling. Flink gekoeld staat de rijping even stil, zodat we de bramen in verschil lende perioden kunnen laten groeien.’ Hugo: ‘Een goede truc om het hele jaar van bramen te kunnen genieten.’ DAT IS SNEL Bolletjes vol sap Eenmaal uit de koelcel beginnen de bramen te groeien op de uitlopers van de planten. Er zitten 8 weken later al heel wat bloemen in. Hommels en bijen zorgen in de kas voor de natuurlijke bestuiving. Bert-Jan: ‘Bramen zijn eerst groen, later rood en gaan van donkerrood naar bijna zwart. Maar dan nog moet je wachten totdat de vrucht voldoende sap heeft ontwikkeld. Dat zie je aan de bolletjes: die moeten lekker vol zijn.’ Bert-Jan haalt wat kistjes, zodat ook Hugo kan plukken. Maar in de tussentijd verdwijnt er al een handje in zijn mond. Lachend: ‘Tja, ik had nog geen kistje In de zomer groeien de bramen ook buiten, maar wordt het kouder, dan gaan ze steevast de kas in. Hugo: ‘Wat is het verschil met de wilde braam, die je weleens langs de spoorlijn ziet?’ Bert-Jan: ‘Dat zijn vaak verwilderde, grote struiken met veel doornen. De tamme braam is veredeld, waardoor de struik productiever is, de bramen er mooier uitzien en zoeter zijn.’ ‘De bramen die je ’s ochtends eet, hebben wij de ochtend ervoor geplukt’ r Scan de QR-code voor de 110 Bert-Jan teelt het ras Sweet Royala: Die zijn lekker zoet. De bramen kunnen binnen 24 uur in de winkel liggen. ’s Ochtends geplukt, de volgende ochtend in de yoghurt.’ Bert-Jan Pippel: Bert-Jan, de bramenteler!

Allerhande | 2022 | | pagina 110