tips methoden VAN WIJN TOT KOKOSMELK KRUIDEN SPECERIJEN STOVEN 'WERKVLEES' STOOFTIJD WAT IS STOVEN? OPEN OF DICHT? LAAG VUUR LANG GAREN k. Om te kunnen stoven heb je vloeistof nodig. Bijvoorbeeld wijn, bouillon, cider, bier of kokos melk. Daarnaast heb je zuur nodig, zoals azijn, mosterd of citroensap. Wijn en bier hebben uit zichzelf al een zuurtje, maar extra azijn, mosterd of citroensap toevoegen kan altijd. Dat zuurtje helpt het bindweefsel uit het vlees af te breken, wat zorgt voor malser vlees. Behalve vocht heb je bij stoofvlees smaakmakers nodig. Dat zijn kruiden en specerijen, maar ook gedroogde paddenstoelen. Harde kruiden als roze marijn en tijm kun je meestoven. Zachte kruiden zoals peterselie en koriander kun je beter pas op het laatst toevoegen, omdat anders de smaak verloren gaat. Voeg specerijen al toe als je het vlees gaat aanbraden, want dan komen de smaken het beste vrij. PAN OVEN SLOWCOOKER Stoofvlees is werkvlees, oftewel vlees met spieren die veel bindweefsel bevatten. Dit kun je lang laten garen. Lekker stoofvlees bevat altijd vet. Snijd het er niet af, want het zorgt voor malsheid en smaak. Gebruik je vlees met bot, laat dit er dan aan zitten. Ook dat geeft smaak. Er zijn geen algemene 'regels' voor stooftijden. Hoewel op verpakkingen van vlees vaak wel algemene richtlijnen staan, is de precieze stooftijd van veel factoren afhankelijk. Het hangt onder andere af van de grootte van het vlees, het soort vlees, de hoeveelheid vocht en welk vocht je gebruikt. Wat je het best kunt doen, is regelmatig proeven of het vlees zacht genoeg is. Stoven betekent: langzaam garen, tegen de kook aan met toegevoegd vocht. a Houd tijdens het stoven de deksel op de pan. Je verliest dan geen vocht. Doe op het laatst, als je stoofgerecht nog erg vochtig is, de deksel van de pan. Zo kan het vocht verdampen. Stoven doe je op laag vuur. Vroeger werd er wel gestoofd op een petroleumstel, tegenwoordig kun je een vlamverdeler gebruiken. Door het vlees lang te garen op een lage temperatuur of de laagste stand op inductie, lost het bindweefsel uit de spieren op. Dat zorgt voor mals vlees en een lekkere smaak. Braad het vlees altijd aan voordat je het vocht erbij doet. Dit geeft kleur, maar ook meer smaa Belangrijk is dat je een pan hebt met een goed sluitende deksel, zodat het vocht niet verdampt. Verder is het handig als de pan een dikke bodem heeft, omdat die de warmte goed verdeelt. Ideaal is een pan van gietijzer. Stoven in de oven is heel handig, omdat die een constante tempera tuur heeft. 120 -140 °C is ideaal. Gebruik dan een ovenbestendige pan of een braadslee met deksel. Omdat je de temperatuur van een slowcooker heel laag kunt zetten, is dit apparaat heel geschikt om in te stoven. Het vlees wordt door deze langzame bereiding lekker mals.

Allerhande | 2016 | | pagina 75