ah.nl/allerhande pittige truffels Peter Schutt (54) ga naar thuiskoks aan de kook op en doe mee aan deze rubriek! NAGERECHT - CA. 40 STUKS - 50 MIN. 20 MIN. OVENTIJD 31/z UUR WACHTTIJD 2 rode pepers, in de lengte gehalveerd 1 bekertje slagroom (125 ml) 250 g extra pure chocolade 72%, grof gehakt 125 g boter, op kamertemperatuur cacaopoeder bakpapier 1 Verwarm de oven voor op 200 °C. Leg de rode pepers op een met bakpapier beklede bakplaat met de snijkant naar beneden. Rooster 15-20 min. in de oven. Neem uit de oven en leg 10 min. in een pan met deksel of in een afgesloten plastic zakje. Verwijder de zaadlijsten en schraap met een scherp mes het vruchtvlees van de velletjes. Bewaar wat zaadjes als je van extra pittig houdt. 2 Breng de slagroom tot tegen de kook aan. Neem van het vuur, laat iets afkoelen en schenk over de chocolade. Laat de chocolade smelten. Roer af en toe. Voeg de boter, het rodepeper- vruchtvlees en eventueel wat zaadjes toe. Laat minimaal 3 uur opstijven in de koelkast. 3 Maak met behulp van 2 theelepels quenelles (ovale bolletjes) van het mengsel of rol er balletjes van. Rol door het cacaopoeder. Ga naar ah.nl/allerhande voor het instructiefilmpje quenelles maken. Je kunt de truffels 3 dagen van tevoren bereiden. Bewaar afgedekt in een laag cacao in de koelkast. Be vat p. st. 65 kcal 1 g eiwit 6 g vet 3 g koolhydraten Prijs p.St. 0.10 'Rode peper kun je met veel verschillende ingredienten combineren' k_- *Hr 'Door mijn Indische achtergrond ben ik gewend om rode pepers te eten. Het leuke is dat je er alle kanten mee uit kunt. Behalve de sntaak van een gerecht vind ik de structuur en de kleur belangrijk. Deze truffels zien er prachtig uit. De combinatie van chocolade en rode peper ken ik uit de Mexicaanse keuken.Twee krachtige smaken die elkaar versterken en aanvullen: het zoete van de chocolade en het pittige van de peper. Je kunt de truffels ook met geraspte kokos omhullen, of een scheutje marsalawijn door het warme chocolademengsel roeren. Dat zijn lekkere variaties.' allerhande 09-2011

Allerhande | 2011 | | pagina 152