143 on hobby koken Dina Giusti (73) risotto agli spinaci 1 Rasp van de kaas. Verhit de olie in een pan, liefst een met een dikke bodem, omdat die de warmte beter verdeelt. Voeg de ui toe en fruit 10 min. zonder dat de ui kleurt. Snijd ondertussen de spinazie in reepjes. Voeg de spinazie en knoflook toe en schep om. Be vat p.p. 580 kcal 17 g eiwit 29 g vet 63 g koolhydraten Prijs p.p. 1.35 Tip Dina roert vtak voor het serveren Vfe zak rucola (a 75 g) door de risotto voor een extra hartige smaak. 'Risotto bereiden heeft tijd en aandacht nodig, ik word er heel ontspannen van' 'De belangrijkste tip van mijn moeder: neem je tijd in de keuken. Dat geldt zeker voor deze risotto. Bijna elk recept dat ik van haar heb geleerd, begint met een soflritto: fijngesneden ui, knoflook en eventueel wortel en bleekselderij, die zacht worden gebakken in olijfolie. Laat ze zeker niet te donker worden, want dat geeft een bittere smaak aan je gerecht. Ook deze risotto heeft veel aandacht nodig. Ik word daar ontspannen van, alle ingredienten zorgvuldig verwerken en vervolgens blijven roeren in de pan. Soms voeg ik op het laatst nog wat rucola toe voor een extra hartige smaak.' BIJGERECHT - 4 PERS. - 40 MIN. 75 g Parmezaanse kaas 3 el olijfolie 1 ui, gesnipperd 1 zak spinazie (300 g) 1 teen knoflook, fijngesneden 300 g risottorijst (zak 500 g, AH Excellent) 1 liter hete kippenbouillon (van tablet) 1 bekertje slag room (125 ml) chilipeper (molentje) 2 Voeg de rijst toe en bak 3 min. mee totdat de korrels glanzen. Voeg een scheut bouillon toe en roer tot deze is opgenomen. Voeg dan weer een scheut toe. Herhaal tot de rijst gaar is. Dit duurt ca. 20 min. De rijst is dan nog wel stevig, maar niet meer hard; controleer eventueel door te proeven. 3 Zet het vuur uit. Voeg de geraspte kaas en de slagroom toe. Doe de deksel op de pan en laat 3 min. staan. Breng op smaak met chilipeper en zout en serveer direct. Rasp aan tafel de rest van de kaas over de risotto. Ga naar ah.nl/allerhande voor de kookles risotto maken. allerhande 08-2011

Allerhande | 2011 | | pagina 143