kaas: voor of na het dessert? frarifeen: voor hdt dessert engelsen: na het dessert nederlandersW meestal in plaafs van een dessert koken weekend licht fruitig soepel rond Klassiek Frans: geitenkaas- salade met sauvignon blanc. Ook lekker als aperitief. La Tulipe Sauvignon blanc €4.99 Bordeaux/Frankrijk LA TULIPE PS LA GARDE Lichte wijn met frisse bes- en kerssmaak. Van gamay, de druif waar ook beaujolais van gemaakt wordt. Lekker bij rodekorst- kaas als tete de moine of groentequiche. Flonore Lavigne Macon Rouge 5.99 Bourgogne/Frankrijk VOORGERECHT - 4 PERS. - 20 MIN. 3 el pijnboompitten (zakje 65 g) 4 el olijfolie 1 el rodewijnazijn 1 tl Franse mosterd (potje 250 ml, Kuhne) 2 el vloeibare honing 250 g pitloze rode druiven 1 zak rucolasla melange (150 g) 1 rode ui, in heel dunne ringen 1 pakje chevres doux 45+ (plakjes geitenkaas, 200 g, President) bakpapier Bordeaux met body en beet, maar niet stroef. Zacht en vol met een lichtkruidige smaak. Lekker bij pittige blauwaderkaas als bleu d'auvergne of kalkoen. Dourthe Grands Terroirs 4.99 Bordeaux/Frankrijk 1 Zet de ovengrill aan. Rooster de pijnboompitten in een koekenpan zonder olie of boter in 3 min. goudbruin. Klop met een garde een vinaigrette van 3 el olie, de azijn, mosterd en 1 tl honing. Breng op smaak met peper en zout. Meng de vinaigrette met de druiven, sla en ui. Leg de geitenkaas op een met bakpapier beklede bakplaat en besprenkel met de rest van de olie. Schuif de bakplaat ca. 8 cm onder de grill. Laat in ca. 4 min. zacht en lichtbruin worden. 2 Verdeel de salade over 4 borden en leg op elk bord 3 plakjes geitenkaas. Schenk er wat honing over en bestrooi met pijnboompitten. Ga naar ah.nl/allerhande voor het instructiefilmpje vinaigrette maken. Wild Pig verwijst naar de wilde zwijnen die dol zijn op de rijpe druiven. Frisfruitige, droge wijn die zacht overkomt. Lekker bij wittekorstkaas als brie of salade met kip. Wild Pig Chardonnay 4.99 Languedoc/Frankrijk Bevat p.p. 385 kcal 9 g eiwit 31 g vet 19 g koolhydraten Prijs p.p. 1.80 allerhande 10-2010

Allerhande | 2010 | | pagina 133