Teleurgesteld
kijkt Bo
Sinterklaas na
Bo heeft voor Sinterklaas
een mooie tekening
gemaakt. Maar lukt het
Bo om op tijd bij de Sint
te zijn om haar cadeautje
aan hem te geven?
ginds komt de
Bo zit aan tafel te kleuren. Ze maakt een teke
ning voor Sinterklaas, want vanmiddag komt hij
aan met zijn boot. De tekening is net af als er op
het raam wordt getikt. Bo kijkt op en ziet haar
vriendje Gijs. Hij woont naast Bo en zit ook bij
haar in de klas.Trots wijst hij naar de pietenmuts
op zijn hoofd. Bo legt haar stiffen neer en rent
naar de deur. 'Hoi, Gijs. Hoe kom je aan die
muts?' 'Gemaakt,' antwoordt Gijs. 'Ik heb de
rand gekleurd en mama heeft het crepepapier
aan het karton geniet. Omdat we straks gaan
kijken naar Sinterklaas en Zwarte Piet. Ga jij
ook?' 'Tuurlijk! Zou het al tijd zijn?'
Gijs haalt zijn schouders op. Dan ziet Bo ver-
derop een paar kinderen lopen. Ze stoot Gijs
aan. 'Kijk, die zijn vast op weg naar Sint.' Ze
zwaait Gijs gedag en holt terug naar de kamer.
Haar vader zit de krant te lezen. 'Kom mee,pap!'
roept Bo. 'We moeten gaan.' 'Nu?' Papa kijkt op
zijn horloge. 'Welnee, het is nog best vroeg.' Hij
wil verder lezen, maar Bo trekt hem uit zijn stoel.
'Gijs gaat ook al. Straks zijn we nog te laat!'
Ze moeten een hele tijd wachten. Intussen
speelt het muziekkorps vrolijke sinterklaasKedjes.
Sommige liedjes kent Bo wel en zacht zingt
ze mee. 'Hoi, Bo!' hoort ze dan. Als Bo zich
omdraait, ontdekt ze Gijs. Hij zit op de schou
ders van zijn vader. 'Goed plekje, he?' Even later
gaan Bo en papa op weg. Mama blijft thuis
omdat Bo's broertje Max nog slaapt. Bij de kade
is het al behoorlijk druk. Ongerust trekt Bo aan
22 AllerHande
haar vaders arm. 'Wat zijn er veel mensen, zeg!
Kan ik straks de boot wel zien?' Gelukkig vindt
papa een goed plekje bij het water.
Bo knikt. Net als ze wil vragen of ze ook
op haar vaders schouders mag, roepen veel
kinderen: 'De Sint komt eraan!' Bo tuurt in de
verte en daar komt inderdaad de stoomboot aan.
De masten zijn versierd met vlaggetjes en op het
dek staan heel veel Pieten. Ze lachen en zwaaien
en eentje zit zelfs boven in de mast.
Als de boot dichterbij is, ziet Bo ook Sinterklaas.
Hij staat op het dek, met de Hoofdpiet naast
zich. Bo knijpt hard in haar vaders hand en
fluistert: 'Daar is-ie, pap!'
Als de boot bij de kade ligt, komen er een
heleboel Pieten de loopplank af. Ze huppelen,
springen en maken salto's. Een Piet doet zo gek,
dat hij bijna in het water valt. 'Piet, Piet!' roepen
veel kinderen. Bo vindt het heel spannend wat
er allemaal gebeurt. En ze moet best lachen om
al die Pietjes. Dan stapt Sinterklaas de kade op.
Bo houdt even haar adem in. Wat ziet de Sint er
mooi uit! Ze kijkt naar zijn deftige mantel en
zijn mooie mijter; ze kijkt naar zijn witte baard.
Maar het allermooist vindt ze de glimmende
staf die hij in zijn handen houdt. Sinterklaas
wuift vriendelijk naar iedereen. Ook maakt hij
af en toe een praatje. Zal ik nu de tekening aan
hem geven? denkt Bo. Maar net als ze naar hem
toe wil lopen, draait Sinterklaas zich om. 'Dag,
burgemeester,' hoort Bo hem zeggen. 'Ik ben
heel blij dat ik weer in Nederland ben.' Daarna
loopt hij langzaam naar zijn paard dat verderop
staat te wachten.
Teleurgesteld kijkt Bo Sinterklaas na. Gaat hij
nu al weg? En haar tekening dan? Ze laat
haar vaders hand los en holt Sint achterna.
'Sinterklaas, Sinterklaas!' Sinterklaas hoort haar
niet. Maar een Piet met een gele muts en een
gele cape, hoort haar wel. Hij tikt Sinterklaas op
zijn schouder en wijst naar Bo.
En dan blijft de Sint wachten tot Bo bij hem
is. Hij pakt de tekening aan en zegt vriendelijk:
'Dank je wel, zeg. Dat heb je mooi gedaan. Hoe
heet jij ook alweer?' 'Bo,' antwoordt Bo zacht.
'O, ja,' zegt de Sint. 'Nu weet ik het weer. Jij
bent Bo.' Ehj geeft de tekening aan de Piet met
de gele cape.'Hier, Piet. Bewaar dit goed. En heb
jij nog iets lekkers voor dit lieve meisje?' 'Zeker,
Sint.' Piet zwaait de zak van zijn schouder en
haalt er een heleboel pepernoten uit. Die legt
hij in Bo's handen.'Is dit genoeg?' Bo knikt blij.
Daarna lopen Sint en zijn Pieten verder. En als
Bo ze echt niet meer kan zien, tilt haar vader
haar boven op zijn schouders. 'Dag Sinterklaas,'
roept Bo.'Dag Piet!' En ze zwaait hen na, zolang
ze kan.