Doe de test!
kwestie van smaak
proeven met
je neus
het zit 'm in de
ombinatie
Cultuur bepaalt
Breed aanbod
Daarom hebben ze meer moeite met, bijvoorbeeld, de bittere smaak van witlof of grapefruit.
Smaak wordt dus mede bepaald door ervaring, omgeving en uiterlijk.
Maar er is nog iets van invloed op je smaakbeleving:je afkomst.Werd
er bij jouw thuis vroeger veel knoflook of veel vis gegeten? Grote
kans dat jij knoflook of vis ook al vroeg heel lekker vond. Het is je
immers letterlijk met de paplepel ingegoten. En waarom denk je dat
mensen in Aziatische landen meer van pikant houden dan wij noor-
delingen? Dat kornt gewoon omdat al die hete kruiden en specerijen
daar groeien en mensen er dus al heel jong mee vertrouwd raken.
Eigenlijk is het maar goed dat smaken verschillen. Want zo blijft het
aanbod van smaken zo breed mogelijk. Een gemiddeld huishouden
gebruikt zo'n tweehonderd verschillende producten in de keuken,
terwijl er in een gemiddelde Albert Heijnwinkel al snel 15.000 pro
ducten te vinden zijn. Zo heeft iedereen dus keus genoeg.
Vul een glas met rode limonade, een glas met oran-
je limonade en een glas met appelsap. Blinddoek
een proefpersoon, laat hem z'n neus dichtknijpen
en eerst een slokje nemen van de rode limonade.
Laat'm daarna een slokje van de oranje limonade
nemen. Kan hij proeven wat hij drinkt? Laat je proef
persoon nu - nog steeds met z'n neus dicht - een
slokje appelsap nemen. Kan hij nu proeven wat er in
et glas zit?
Uitleg Met je neus dicht kun je niet goed proeven.
Dat blijkt: je proeft geen verschil tussen verschillen
de kleuren zoete limonade. Met je neus dicht proef
je nog wel verschil tussen zoet en zuur. Je proeft dus
wel verschil tussen limonade en appelsap.
En eigenlijk is dat ook heel logisch.We associeren zachte kleuren nu
eenmaal eerder met zoet dan strakke lijnen.
nddoek de proefpersoon. Laat hem z'n neus
ichtknijpen en z'n mond opendoen. Leg een stukje
chocolade op z'n tong en vraagt'm wat hij proeft.
Laat je proefpersoon nu gewoon door z'n neus ade-
ijjfjen. Houd eerst een halve ui onder z'n neus en leg
daarna nog een stukje chocolade op z'n tong. Wat
proeft hij nu? Houd tot slot een stukje chocolade
onder de neus van je proefpersoon en leg dat ver-
volgens op z'n tong. Wat proeft hij nu?
Uitleg Dat je proefpersoon hettweede stukje chocola
de het minst lekker vond, komt doordat we ook proe
ven met onze neus. Ofwel: we proeven wat we ruiken.
AllerHande 61