Dat begint met slim boodschappen doen Is vet goed? Soms wel, soms niet. Het levert energie maar ook calorieen. Kiezen voor producten met de juiste vetzuren is kiezen voor een gezonder leefpatroon. Verzadigd vet verkeerd Onverzadigd vet oke Gezond kiezen Vis bevat een speciale vorm van onverzadigd vet. Dat is extra 0uciA/StL0 voor het hart VerstfliA/dlg met C Vet wordt vaak geassocieerd met 'onge- zond'. Toch is vet op zichzelf een nuttige en zelfs onmisbare voedingsstof. Het levert veel energie en is een bron van vitamine A, D en E. Daarnaast levert vet vetzuren die het lichaam nodig heeft, maar zelf niet kan maken. Daarbij gaat het om linolzuur en linoleenzuur. Dat vet de naam heeft ongezond te zijn, komt door twee dingen. Het eerste is dat vet erg calorierijk is. Door vet te eten, kun je in korte tijd veel calorieen binnenkrijgen, wat de kans op overgewicht vergroot. Ten tweede, en dat geldt voor iedereen - dik en dun - zijn sommige soor- ten vet slecht voor hart- en bloedvaten. Daarbij gaat het vooral om verzadigd vet, waarvan de gemiddelde Nederlander veel meer binnenkrijgt dan goed is voor zijn gezondheid. Vet in voedsel bestaat altijd uit een combinatie van zogenoemde verzadigde en onverzadigde vetzuren, kortweg aangeduid als verzadigd en onverzadigd vet. Vet in eten bevat dus altijd zowel verzadigd als onverzadigd vet. Wel bevat het ene vet veel meer verzadigde vetzuren dan het andere. Verzadigd vet doet het cholesterolge- halte in het bloed stijgen. Hierdoor kunnen zich vetlaagjes vormen in de bloedvaten, waardoor deze na verloop van tijd kunnen dichtslibben. Dit vergroot de kans op hart- en vaatziekten. Kortom: verzadigd vet is 'verkeerd'. Vooral roomboter, harde margarine en bak-, braad- en frituurvet in een wikkel bevatten veel verzadigd vet. Hetzelfde geldt voor volvette melk en kaas, vet vlees en worst, snacks en zoutjes, koek, gebak en chocolade. Er is ook vet dat het cholesterolgehalte van het bloed verlaagt. Dit vermindert juist de kans op hart- en vaatziekten. Bij dit 'gezonde vet' gaat het om onverzadigd vet. Onverzadigd vet is dus 'oke'. Onverzadigd vet is zacht of vloeibaar bij kamer- temperatuur. Zo bevatten olie, margarine uit een kuipje en bak-, braad- of frituurvet in een fles veel onverzadigd vet. Ook het vet in noten en vis is vooral onverzadigd. Vis bevat bovendien een speciale vorm van onverzadigd vet, dat extra gunstig is voor het hart. Daarbij gaat het om zogenoemde n-3-vetzuren, ook wel bekend als omega-3-vetzuren. Vooral vette soorten, zoals makreel, zalm, paling, haring, sardines en forel, zijn er rijk aan. Vandaar het advies een tot twee keer per week (vette) vis te eten. Er is een type onverzadigd yet met een uitzonderingspositie: transvet. Dat heeft dezelfde gezondheidsnadelen als verzadigd vet. Het komt van nature voor in sommige soorten zuivel en vlees, maar ontstaat vooral in de fabriek. Albert Heijn let er scherp op dat producten van het Eigen Merk zo min mogelijk transvetten bevatten. Met het oog op uw gezondheid kunt u het beste kiezen voor producten met weinig verzadigd vet. Op die manier krijgt u automatisch vooral vet van de goede, onverzadigde soort binnen. Voor veel producten bestaan goede alternatieven met weinig verzadigd vet (zie tabel). Vooral op het gebied van bak- en braadvet is er de laatste jaren veel keuze gekomen. Zie voor meer alternatieven ook de Vetwijzer van het Voedingscentrum. Op www.voedingscentrum.nl kunt u de Vetwijzer vinden. Te bestellen via (070) 306 88 88. 14-6 AllerHande 2 2006

Allerhande | 2006 | | pagina 146