1
MIJN KLASSIEKER
W
vor mijn zoon is between %erstmis
afs deze tufbancfniet oj> tafefstaat.'
Een dag
vooraf mal<en
r
c
Nel (56): 'In de jaren vijftig kreeg mijn moeder een
handig gasoventje cadeau dat precies op het aanrecht
in de keuken paste. Echt een luxegoed in die tijd; mijn
vader had er lang voor gespaard. Dolblij was mijn
moeder. Iedere vrijdag bakte ze vol enthousiasme ap-
peltaart, boterkoek, cake of zandkoekjes. En een paar
keer per jaar deze tulband. In mijn herinnering ging
er nooit iets mis. Ik vond het heel leuk om te helpen.
De buurvrouwen waren best een klein beetje jaloers,
daarom besloot mijn moeder al snel het oventje uit
te lenen. Ze gaf hem aan de buurvrouw die het op
haar beurt weer doorgaf aan de volgende buurvrouw.
Op dezelfde manier werden er ook heel wat recepten
uitgewisseld.
Van de bakker, die in die jaren nog aan de deur kwam,
kreeg mijn moeder het recept voor de tulband. Ze
maakte de cake elk jaar met Pasen en met kerst. Steeds
volgens hetzelfde recept. We aten hem altijd bij het
ontbijt. Zalig vond ik zo'n plakje cake, veel lekkerder
dan brood. Mijn zusjes, onze kinderen en ik bakken
deze voor ons zo speciale cake nog steeds. Voor mijn
zoon van 31 is het geen Kerstmis als deze tulband niet
op tafel staat.'
AllerHande 13 - 2005 117