KOKERS Jos (38): Rita (43): 'Onze gasten vormen een internationaal gezel- schap. Vaak zijn het expats die het Nederlands onder de knie willen krijgen of Nederlanders die een Europese taal willen leren. Het liefst zouden we iedere cursist een maaltijd aanbieden die past bij de taal - er worden zes talen gegeven - die hij of zij aan het leren is. Maar dat is lastig te organi- seren. Wei serveren we elke groep de wijnen van het land. We hebben elke dag negentig eters. Beetje bij beetje leer je de voorkeuren kennen van mensen van verschillende nationaliteiten. Zo 'Elke taal zijn vinden Nederlanders vaak meerval heel lekker, maar het slaat bij buiten- eigen wijn' landse gasten niet aan. Amerikanen willen hun vlees well done, anderen juist niet. Een mooi gerecht vind ik onze paella van roodbaars met een frisse tomatensaus. Vroeger serveerden de nonnen gerust diepvriesmaaltijden. Het maakte niet uit dat er hoogwaardigheidsbekle- ders aan tafel zaten. Dat is nu anders. Op de laatste avond pakken we graag uit met iets bijzonders.' eters 'Ik vertel cursisten graag over de Italiaanse samen- leving en eetgewoontes. Veel mensen hebben nog het idee van de Italiaanse mamma die de hele dag in de keuken staat. Daar hebben Italiaanse vrou- wen van nu geen tijd meer voor. Maar samen eten is nog altijd belangrijk. In 'OntSpanneP een cursusweek eet ik twee keer mee. Het is dan de bedoeling dat iedereen sfeer 3311 tafel' aan tafel Italiaans spreekt. Dat is best lastig, want voor veel cursisten is Italiaans een to- taal nieuwe taal. Wat helpt, is de ontspannen sfeer. We zitten niet in de klas, mensen durven fouten te maken. De wijn helpt 00k een handje mee. Onze cursisten maken lange dagen. Ze beginnen om half negen's ochtends en om negen uur's avonds zijn ze pas klaar. Rond zes uur is er een appetizer om de eerste trek te stillen. Daarna hebben ze nog een uurtje les en om half acht volgt het diner. In Vught is het soms lastig om echte Italiaanse ingredienten te kopen, maar als ik iets vind, dan ga ik meteen thuis aan de slag. Koken vind ik enig.

Allerhande | 2004 | | pagina 101