O DE OORSPRONG Cursus kaas maken Hij had het geprobeerd met koeien, maar die waren te groot. Dan maar met geiten, dacht Andre van Dijk. Begin jaren zeventig kocht hij een boerderij. In de bijkeuken produceerde hij met de melk van een paar geiten de eerste kazen. Dertig jaar later steken zijn zoon en dochter de Fransen de loef af. Die begrijpen maar niet dat die Hollanders zo'n verrukkelijke geitenkaas kunnen maken. Koeien? Het bedrijf Dorothea betrekt de melk van een vaste groep van 27 geitenboeren op de Veluwe en Noord-Brabant. In de draineerbak worden vaste kaasdeeltjes (wrongel) gescheiden van het water (wei). Nadat de wei is afgevoerd, snijdt een machine de wrongel in stukken die in de ronde vorm worden gedaan. GEITENBAAS Andre had grote plannen met zijn geiten. Hij realiseerde zich dat er een inkomen moest zijn, wilde hij zijn nieuw verworven bestaan als boer kunnen voort- zetten. In de bijkeuken begon hij met de productie van geitenkaas. Een pionier was hij. 'Er werd in die tijd nauwelijks geitenkaas gegeten in Nederland en al he- lemaal niet geproduceerd,' zegt Andre. Hij volgde een cursus kaas maken en leverde dertig kilo kaas per dag af. Niet de Zuid-Europese verse, zachte maar geperste, harde kazen volgens de Nederlandse tradi- tie van kaas maken. Hij laat een foto zien uit de beginjaren. Een jonge Andre staat met k- Het waren de idealistische jaren zeventig. Andre en Dorothea van Dijk kochten een boerderij in het Brabantse Hul- ten. Helemaal zelfvoorzienend wilden ze zijn. Groenten kwa- men uit de eigen moestuin, brood bakten ze zelf. Alleen nog een paar dieren en de voedselketen was compleet. Koeien bleken een maatje te groot. 'Zag ik die boeren hier met hun koeien in de weer, dacht ik, dat moet niet zo moeilijk zijn,' zegt Andre, die zijn arbeidzame leven tot dan toe alleen op een kantoor had doorgebracht. Hij kocht een paar jonge koeien maar het ging mis toen Andre ze voor de winter op stal wilde zetten. 'De boeren hier riepen gewoon vort en dan gingen die beesten. Maar wat ik 00k riep, er zat geen beweging in. Ja, wei de verkeerde kant op. We zijn met touwen in de weer ge- weest. Het was net rodeo.' Het werden geiten. Honderd stuks. Wie zich in vroeger eeu- wen geen koe kon veroorloven, had een geit achter het huis staan. De koe van de arme man werd de geit genoemd. Maar AllerHande 6-2004 83

Allerhande | 2004 | | pagina 87