Kaasmaken is nog even ambachtelijk als in de Middeleeuwen Soms moet een koe met een helikopter worden gered Koperen ketel Luchtvochtigheid: ioo% ■ater melk voor fontina. Ze behoren tot een Valdostaans ras van stevig gespierde rode en zwarte dames met dikke kop- pen. Ze zijn gebouwd voor het hooggebergte en geven 18 liter melk per dag. Fontina is de trots van de streek. De vroegste vermelding van fontina dateert uit 1270. Het kaasmaken gebeurt nog even ambachtelijk, met de- zelfde eenvoudige handwerk- tuigen als vroeger. Attilio Yeul- laz (39) is kaasmaker. 'Mijn broer zorgt voor de koeien en 00k mijn zoon bekwaamt zich in het vak,' zegt hij. Negen fa milies leveren de melk voor zijn kaasmakerij in Saint- Christophe, niet ver van de stad Aosta. In het voorjaar maakt Attilio hier de kazen, in de zomer vertrekt hij naar zijn boerderij hoog in de bergen, waar de koeien zijn, om daar kaas te maken. Op een dag maakt hij 27 kazen die onge- veer acht tot negen kilo wegen. 'De melk komt zo van de koe en daarom moet ik meteen na het melken met de productie starten,' zegt Attilio die 00k meteen aanpakt. Hij verhit de melk in een koperen ketel. Na de tweede keer verhitten en toevoeging van een kopje stremsel, vormt zich een kaas- pap. Atillio pakt de punten van een kaasdoek, verdwijnt half in de pot en schept de kaaspap er met het kaasdoek uit. Dan vult hij een mal met de kaas, zet de mal vast onder een klem en perst het overtollig vocht eruit. Binnen een halfuur heeft de kaas de karakteristieke vorm van een wagenwiel gekregen. In Valpelline liggen de kazen opgeslagen in een oude Ro- meinse kopermijn. Hier liggen fontina's. Jonge fontina van 3 maanden die een lichte, zachte smaak heeft en steeds oudere fontina, tot 12 maanden, die een sterkere smaak heeft. En dan nog de bijna-fontina. Want of een kaas uit Val d'Aosta het predikaat fontina krijgt, hangt af van een commissie die na negentig dagen de kaas zal keuren. De wijze mannen rui- ken aan de kaas, kijken ernaar, proeven ervan en geven er als pianostemmers drie tikken met een kleine metalen hamer op. Zij kunnen horen hoe het met de kaas gesteld is. Als het alle- maal goed is, krijgt de kaas het blauwe stempel van fontina. De luchtvochtigheid in de ko permijn is honderd procent, de temperatuur ongeveer io°C. De gangen zijn schaars verlicht, water druppelt voortdurend. Franco Orsini, lang schort, kap- laarzen, borstelt de kazen met bergwater en zeezout. 'Of ik kaas lekker vind? Ik moet wel. Anders zou ik het hier niet uit- houden.'

Allerhande | 2003 | | pagina 87