Als een scheermes glijden de theeplukkers over de groene struiken mica vormt de basis voor de huidige Indonesische varietei- ten. Nederlanders zetten thee- plantages op in Nederlands- Indie. Op Sumatra en op Java in het berglandschap van Ban dung, de stad die begin negen- tiende eeuw tot bloei kwam door de thee-industrie. Indo nesia staat met een productie van 169 miljoen kilo nu op de zesde plaats van theeproduce- rende landen. De grootste pro- ducent is India, dan China. Gastvrijheid Malabar is een dorp op zichzelf. Alle achthonderd plukkers die er werken, wonen in huizen op het landgoed van de plantage. Er lopen kinderen rond, er is een school, een ziekenhuis en winkels. Sommige huizen ston- den er al in Bosscha's tijd. Iyet en zijn vrouw Onah wonen nog altijd in het bamboehuisje waar Iyet 89 jaar geleden op de wereld kwam. De wanden van Iyet en Onahs kleine bedstee zijn volgeplakt met posters van Iyets favoriete voetbalclubs. Hij maakt zelf honing die hij bewaart in oude colaflessen. Kinderen komen aangerend. 'Hello, hello'. Ze poseren bru- taal voor op de foto. Als het avond wordt, ervaren we de Javaanse gastvrijheid. Voor onze neus staat opeens een gamelan-groep van zo'n dertig studenten uit Bandung. Daama is het lekker dansen en theedrinken. Hatur nuhun. Dankjewel. In de vroege ochtend bereiden mannen en vrouwen zich voor op het plukwerk. Het leven in de bergen rond Malabar ver- toont in de vroege, koude och tend gelijkenis met het leven in Tibet. Mannen, vrouwen en kinderen op trucks zijn dik in- gepakt in gewatteerde jassen en dikke sjaals. Over hun kleren binden ze stukken plastic. In de natte struiken zouden hun kleren anders snel door- weekt zijn. De plukkers spre- ken Soendanees, de originele taal van West-Java. Ze eten nog even een lemper, een rijstrolletje, voor ze aan de slag gaan en maken grapjes. Telkens plukken ze twee uur en dan hebben ze weer een pauze van een uur; het is een tropen- rooster. Als een scheermes glij den ze door de groene struiken. Soms gebruiken de plukkers een stok die ze over de struiken leggen waardoor ze heel precies de ideale plukhoogte kunnen bepalen. Hun vingers hebben de pluktechniek volledig eigen gemaakt. Mannen plukken bo- venhands, vrouwen onder- hands. Het gaat om de verse groene blaadjes. De mooiste pluk is de knop en de eerste twee blaadjes. Die zijn het zachtst en meest vers. Lipstick De vrouwen verbergen hun ge- zichten onder tudungs, grote hoeden die hen in het droge seizoen tegen de zon en in het regenseizoen tegen het aan- houdende water beschermen. Maar vanonder die hoed ver- schijnen soms vuurrode lippen. Dian: 'De vrouwen lopen met lipstick in hun zak rond voor het geval bezoekers van de plantage samen met hen op de foto willen.' Een theeblad aan een struik is nog lang geen thee. Als het al ergens naar smaakt is het naar gras, geur valt niet te ontdek- ken. De overlevering zegt dat de Chinese keizer Shen Nung zo'n vijfduizend jaar geleden onder een boom aan een kop warm water zat te nippen toen er een blad van een wilde thee- boom in zijn kom viel. Dat moet een sterk blaadje geweest zijn, want meteen was hij aan- genaam verrast door de smaak. Theetuinen waaierden uit over China en de Verenigde Oostin- dische Compagnie bracht begin zeventiende eeuw thee buiten China. Zo rond 1630 werd in kleine kring theegedronken in Amsterdam, Londen en Parijs. Theezaad De vraag naar thee werd zo groot dat China, als's werelds enige theeproducent, de slecht- ste kwaliteit theebladeren naar Europa stuurde. En zo gebeurde het dat vooral de Engelsen in de achttiende eeuw theeplan- ten uit China smokkelden en in India, Ceylon (nu Sri Lanka) en Afrika plantten. In 1828 bracht het Nederlandsch- Indische Gouvemement het eerste Chinese theezaad naar Java. Zestig jaar later werd het eerste Assamzaad uit India ge- Importeerd. Deze Thea Assa- AllerHande 11-2002 91

Allerhande | 2002 | | pagina 91