DinerWIJN
m
Eetwijnen: zo kun je de wijnen i
deze stijI gerust noemen. Omdat ze
gemaakt zijn om met gerechten te
combineren, maar ook omdat ze van
zichzelf'veel' hebben. Geur en smaak
zijn uitgesproken. Vanille en andere
aroma's van het eikenhouten vat
waarop de wijn heeft gerijpt, zijn on-
miskenbaar. De aanwezige tannines
geven de wijn 'body' en 'bite'
waardoor ze ideaal zijn om bij ste
vige, kruidige schotels te serveren. In
warmere wijnstreken zoals de Zuid-
Franse Languedoc komt
deze wijn veel voor. De
meeste wijnen komen |hH
het best tot hun
recht als ze op een
temperatuur van zo'n
17a 18 °C worden
geschonken.
WIJNADVIES
Bij elke hap van die gerecht is
er iets nieuws te ontdekken.
Het stevige zoete van het
vlees, het pittige van de ser-
ranoham en het fris-kruidige
van de basilicum. In zijn ge-
heel is het een rijk en com
plex gerecht. De wijn die
erbij geschonken wordt,
moet ook complex zijn,
maar hoeft niet zwaar en
heel vol over te komen. Een
cru uit de Rhone zal geschikt
zijn. Bijvoorbeeld de Chateau-
neuf du Pape, of de Audibert
Delas Saint-Joseph. Deze
laatste wijn wordt gemaakt
van de syrah-druif. Hij geurt
naarzwarte bessen en heeft
een voile, kruidige smaak. De
wijn is zowel krachtig als ver-
fijnd en dat is de reden
waarom hij zo goed past bij
struisvogelvlees.