STAPVOORSTAP Duivelse kip met pikante komkommersalade (hoofdgerecht, 4 personen) 1 ui 3 teentjes knoflook 4 rode pepers 1 limoen 1 dl arachideolie 1 theelepel ketoembar (gema- len korianderzaad) 2 eetlepels ketjap manis - 8 kipbraadscicks (a ca. 115 g) zout zwarte peper- 1 komkommer 1 rode ui 1 eetlepel suiker 400 g pandanrijst fl Voorbereiden: Ui pelier en snipperen. Knoflook pellen en in plakjes snijden. Rode pepers wassen. Van 1 peperzaadlijsten ver- wijderen, in reepjes snijden. Rest van pepers in ringen snijden (voor minder pittige mari nade peper eerst tussen handen rollen en dan zaadjes eruit schudden). Limoen in par- tjes snijden. Komkommer wassen, door- midden snijden en in iengte halveren. Vruchtvlees in blokjes snijden. Rode ui pel len, halveren en in dunne plakken snijden. Qln schaal olie, uisnippers, knoflook, ringen rode peper, helft van limoenpartjes, ketoembar en ketjap mengen. Kipbraad- sticks bestrooien met zout en peper, in schaal met marinade leggen. Kip afgedekt in koelkast minstens een uur laten marine- ren. Tussentijds regelmatig marinade over kip scheppen of kip omdraaien. Q In kom rode ui, reepjes rode peper en komkommerblokjes mengen met suiker, 1 theelepel zout en mespunt peper. Tot gebruikafgedekt in koelkast bewaren. Q Bereiden: Kip uit marinade nemen, marinade bewaren. Kipkarbonades in ca. 20 minuten gaar en goudbruin grillen op barbecue of onder ovengrill (rooster in midden van oven schuiven). Tijdens het roosteren kip regelmatig keren en bestrijken met restant van pikante marinade. Q Intussen rijst bereiden volgens gebruiksaanwijzing. Limoen uit marinade nemen, marinade in pannetjeverwarmen. Kip op serveerschaal leggen, garneren met warme marinade en andere helft van par- tjes limoen. Gestoomde pandanrijst en atjarvan komkommer apart serveren. Voorbereiden ca. 15 minuten Wachttijd ca. 1 uur Bereiden ca. 25 minuten Prijs p.p.€ 2.40 Bevat per eenpersoonsportie 790 kilocalorieen eiwit 34 g vet 33 g koolhydraten 87 g wijncategorie 2 Etchart Cafayate Torrontes AllerHande 8-2002 93

Allerhande | 2002 | | pagina 93