Dertig jaar geleden begon Nofbsrt VGrmCulsn zijn relatie met het waterkers-
plantje. Inmiddels heeft hij de waterkers kunnen doorgronden en praat hij over een
plantje dat 'geraakt' is of 'overstuur'. Waterkers: een plantje met emoties.
Zonder dat hij er veel van
wist, begon Norbert Ver-
meulen (53) in 1970 op aan-
dringen van restauranthouders
uit de buurt met het telen van
waterkers. Hij en z'n vier
broers hadden jarenlang mee-
geholpen op de forellenkweke-
rij van hun vader en wisten als
geen ander hoe je stromend
water gebruikt bij een produc-
tieproces. Met die kennis zou
het een koud kunstje zijn om
waterkers te kweken, werd ge-
zegd. Twee jaar lang schudde
hij de chef-koks van zich af die
begerig hun oog lieten vallen
op de frisse plantjes op een
lapje grond in Wijchen. Maar
Neerlands eerste waterkers-
kweker in spe wilde de groente
eerst helemaal leren kennen
voordat hij 'm zou gaan ver-
kopen. Dertig jaar na het eer
ste experimentele waterkers-
bedje heeft hij in Wijchen en
Ubbergen een bloeiende kwe-
kerij met twaalf mensen in
vaste dienst. Een familiebedrijf.
De 94 bedden van honderdvijf-
tig vierkante meter geven zeven
of acht oogsten per bed per
jaar. Twee broers, die vlak bij
de eerste veldjes in Wijchen
wonen, helpen toch nog mee:
Ze waarschuwen als het hard
gaat waaien.
Stromend water
Als groente is waterkers in
Nederland nog een beetje on-
bekend. Vraag hoe waterkers
eruitziet en negen van de tien
keer krijg je een beschrijving
van tuinkers. Toch gek, als je
bedenkt dat waterkers een oer-
plant is waarin de voorvaderen
van onze voorvaderen hun
tanden al hebben gezet. Water
kers is een gemakkelijk plantje
dat alleen aan water genoeg
heeft om te overleven. Maar
dan moet dat wel schoon en
stromend water zijn. Een ge-
schikte bron vond Norbert
eerst in Wijchen en later in
Ubbergen, aan de voet van een
enorme stuwwal in het heuvel-
landschap tussen Nijmegen en
Duitsland. Hier komen tien
stroompjes samen die per uur
zestigduizend liter bronwater
over de bedden met waterkers
laten stromen. Het water heeft
een constante temperatuur van
zo'n 10 °C. Dat zorgt in de
zomer voor verkoeling en in de
winter voor bescherming
AllerHande 5-2002 81