Opschepper? 'Ik kook altijd, maar iedereen schept zelf op. De anderen zouden ook wel kunnen koken, maar ik ben altijd het eerste thuis. Misschien heeft het ook iets te maken met mijn werk als dietiste. Ik let er goed op dat we gevarieerd eten. Ik wissel rode, witte en groene groenten altijd af. Meestal maak ik gewoon aardappels of rijst, groenten en vlees klaar. Maar wel met een Surinaams tintje. Soms maak ik pastei of roti. De pan- nenkoeken haal ik dan wel bij de winkel. Dat is anders zo'n gedoe.' Gehaktballetjes bijvoorbeeld, van gehakte nootjes en een meng- sel van meel en ei. Gado-gado met tahoe en groente vinden we ook heel lekker.' Water of wijn? 'Bij het warme eten nemen de kinderen sap of fris. Ik drink meestal voor het eten een glaasje wijn.' Ergernissen? 'Harde muziek en televisiegeluiden tijdens het eten. Het moet wel gezellig blijven.' Vlees, vis of soja? 'We eten het alledrie, maar kip is favoriet. Claudia houdt niet zo van varkensvlees. De jongens lusten wel een karbonaadje op zijn tijd. We vinden vis ook erg lekker. Een zalmmoot of kabeljauw opgerold, met olijfolie, ui, peterselie en rode tapenade en dan in de oven. Af en toe kook ik vegetarisch. Kliekjes? 'We hebben niet vaak kliekjes. Als ik laat thuiskom van mijn werk, vind ik opgewarmde moksi alesi (een Suri naams rijstgerecht) erg lekker. Nasi en Surinaamse bruine- bonenschotel zijn favoriet. Een kliekje spaghetti met saus is voor Claudia. O AlltrtHande 5-2002 75

Allerhande | 2002 | | pagina 75