,1
- 1 -•mill
HK. a.
Frank: 'Luidruchtig geschreeuw, sigaren roken in restaurants.
Het getuigt niet echt van fatsoe nvmd ik
Frank van Mansum, student
Hogere Hotelschool:
'Je aanpassen
aan het gezel-
schap, dat vind
ik belangrijk'
men - worden regels en normen
als zinvol gezien. Frank: 'Weten
dat je de tweede vork iets boven
de eerste vork moet leggen, dat
soort dingen hoeven voor mij
niet. Maar ervoor zorgen dat je
ongeveer gelijk klaar bent met
eten als de gastvrouw, dat vind
ik wel netjes. Net als bijvoor-
beeld opstaan voor ouderen, je
netjes kleden als dat verwacht
wordt, het openhouden van een
deur voor iemand achter je.'
Joost: 'Dat vind ik ook belang
rijk, al ga ik niet voor mensen
van mijn leeftijd secondenlang
staan wachten om de deur open
te houden.'
Netty denkt dat het een
kwestie is van aanvoelen.
Tafelmanieren kun je leren,
sociaal gedrag niet: 'Kinderen
nemen gedrag van ouders over.
Dat deed ik vroeger ook, on-
danks dat ik het toen belache-
lijk vond.' Joost: 'Ik denk dat je
het meeste leert door de om-
gang met anderen.' Frank: 'De
omgangsvormen die je hanteert
komen vanuit jezelf.'
Aanpassen
De tafeletiquette staat bol van
de regels. Netty kent ze allemaal.
Netty: 'Kip mag je bijvoorbeeld
niet kluiven. Trouwens, ook al
zou het mogen, ik vind het niet
prettig dus ik zal het nooit
doen.' Joost: 'Fiet ligt aan het
gezelschap. Maar als ik met
vrienden uit ben, en ik heb zin
om te kluiven, dan ga ik gewoon
lekker zitten kluiven. Ik vind dat
niet onbeschoft of zo.' Frank:
'Als je je in een gezelschap be-
vindt waarin de helft kluift, kun
je dat gerust zelf ook doen.'
Maar hoever kun je gaan in het
aanpassen? Stel je bent te gast
en krijgt iets op je bord dat echt
niet te eten is. Netty: 'Dan zeg
ik dat het lekker is, zeker als ik
weet dat de gastvrouw haar best
heeft gedaan. Ik kan zelf niet
goed koken, maar ben wel blij
als mensen zeggen dat ze het
lekker vonden.' Ook Joost wil
dan wel een leugentje om best-
wil gebruiken: 'Bij anderen eet
ik altijd mijn bord leeg, maar
thuis durf ik wel te zeggen dat
ik iets niet lust. Dan maak ik
gewoon zelf even wat anders.'
Met de tafelmanieren is het
droevig gesteld, vinden de drie
gesprekspartners. Frank: 'Ik
vind dat je je moet aanpassen
aan de geldende gedragsregels.
Dat luidruchtige geschreeuw, of
het roken van sigaren in restau
rants. Ik vind het niet getuigen
van fatsoen.' Joost: 'Dat vind ik
ook, maar als je met je ellebo-
gen op tafel wilt eten, mag dat
van mij. Als je maar niet in je
neus peutert of tussen je tanden
gaat zitten wroeten.'
Aanpassen is een sleutel-
woord. 'Respect voor ande
ren,' opperen Joost en Frank.
Dat betekent bijvoorbeeld ook
je netjes aankleden als dat ver-
langd wordt. Netty: 'Maar er
zijn wel grenzen. Ik ga niet zit
ten boeren als de gastheer dat
ook doet. En omdat ik met
klanten werk, probeer ik me in
mijn kleding wel aan te pas-
sen, maar ik zorg wel dat ik
mezelf blijf.' Frank komt met
een bekentenis: 'Ik ben giste-
ren naar de kapper geweest,
speciaal voor AllerHande.'
Tolerantie
Toch opvallend dat Netty, Joost
en Frank alledrie een voorkeur
hebben voor een etentje in een
eetcafe. Frank: 'Dat is onge-
dwongener, geen regeltjes.'
Joost: 'Veel leuker dus.' Alleen
Netty twijfelt: 'Lang tafelen in
een chic restaurant bevalt me
ook wel.' Joost heeft de minste
moeite met het zich vrij gedra-
gen, zo lijkt het: 'De maat-
schappij is toleranter geworden,
iedereen durft tegenwoordig
Netty Arriens,
art-director:
'Etiquette
verse haft
JlkliB
d u idel ij kheid
en houvast'
1
84 AllerHande 4-2002