Willem Kuipers (42)
'Ik snap niet dat je het niet storend vindt d
iedereen hoort waar je het over hebt
at
de mobiele telefoon. Het onge-
vraagd mee moeten luisteren
met andermans gesprekken
bevalt slecht. Linda begint
voorzichtig: 'Ik snap niet dat
je het niet storend vindt dat
iedereen om je heen hoort
waar je het over hebt.' Rutger:
'Dat stoort me absoluut niet.'
Linda (geprikkeld): 'Maar mij
well A1 dat nietszeggende
geleuter.' Bart valt Linda bij:
'In de trein hoor je vaak tele-
foons afgaan. Dan denk ik:
Kan dat nou niet even wach-
ten?' Linda: 'En het gaat ner-
gens over. Ik zie ook wel eens
van die mensen bij Albert
Heijn met een telefoon.
Ongelooflijk.' Willem: 'Dat
doe ik heel vaak. Kunnen we
even overleggen over de bood-
schappen. Maar ik ben met je
eens, er zijn grenzen. In een
restaurant moet je de telefoon
uitzetten.' Linda: 'Zeker als je
bedenkt dat mensen ook altijd
harder gaan praten door een
mobiele telefoon.' Rutger kent
weinig ergernissen: 'Ik vind
het alleen irritant als in de
bioscoop een telefoon afgaat,
verder stoor ik me er zelden
aan.' Willem: 'Het is een auto-
matische handeling. Als ik een
bioscoop inga of een ►-
'Je bepaalt zelf de grenzen van je
bereikbaarheid'
verkoopt it-oplossingen
Valerie Frissen is bij TNO verantwoordelijk
voor onderzoek op het gebied van de informa-
tie- en communicatietechnologie en de sociale
verandering die daarmee gepaard gaat. Het
succes van de 06 is goed verklaarbaar: 'De
mobiele telefoon verschaft je vrijheid, biedt je
de mogelijkheid om de beperkingen van tijd en
ruimte te bedwingen. Dat vinden mensen
belangrijk. De mobiel kun je uitzetten, je hebt
controle over je eigen bereikbaarheid, want jij
bepaalt wanneer en waar je voor wie bereik-
baar bent. Kanttekening: er ontstaat wel een
zekere dwang om uiteindelijk bereikbaar te
zijn. Je kunt niet meer zeggen dat je een tele-
foontje niet hebt gehad, want mensen spreken
drie keer je voicemail in of sturen een sms'je.
Een ander punt is dat de aanwezigheid van de
gsm erg dominant is. Je belt niet meer tussen
vier muren, maar kunt dat doen vanaf elke wil-
lekeurige plek. Dat leidt wel eens tot ergernis.
Daarom zie je nieuwe gedragsregels ontstaan:
in bijvoorbeeld een concertzaal je mobiel aan
laten, dat is absoluut not done. De idioot die
dat nog doet, wordt sociaal direct geisoleerd.
En ook in het openbaar vervoer ontstaat een
zekere etiquette: korte gesprekken, zacht pra
ten, geen irritante riedeltjes. Zo vindt ook de
mobiele telefoon zijn plek in de samenleving.'