DePraeter: 'Affinage is afgeleid van het Franse "affi- ner". Dat geeft aan dat je affiniteit moet hebben met het product, dat je echt met de kaas bezig bent.' Zeventien jaar geleden begon DePraeter bij Passendale. En hoewel zijn visitekaartje tegenwoor- dig de titel 'Manager Research en Development' ver- meldt, maakt DePraeter nog dagelijks zijn ronde door de kaasmakerij. Met al het kloppen, proeven, ruiken en kijken dat daarbij hoort. 'Een kaas beoor- deel je met al je zintuigen,' zegt De Praeter. 'Als je goed kijkt, krijg je al heel veel informatie over een kaas. Wanneer een kaas bijvoorbeeld wat meer ren ding krijgt, betekent dit dat hij goed aan het rijpen is. Een buikje noemen we dat. Maar net als bij men- sen, moet een kaas niet te veel buik krijgen. Dan heb je te maken met een te rijpe kaas.' De kunst van het ruiken heeft DePraeter zich lang geleden eigen gemaakt. Een 'fruitige' geur vertelt dat er bij de rijping van de kaas witte schimmels zijn gebruikt. Als je een beetje zwavel ruikt, is er een roodbacterie actief geweest. 'De smaak beoordeel je het best door bij het proeven een glas water te drin- ken. Meer dan drie kazen achter elkaar proeven is uit den boze en je moet er natuurlijk het juiste moment voor uitzoeken. Om acht uur's ochtends een kaas proeven heeft echt geen zin, dan zijn je smaakpapillen nog niet wakker.' Gewassen in wijn De biologische La Grande Hirondelle is geschikt voor echte vegetariers. DePraeter: 'In tegenstelling tot wat gebruikelijk is, is het stremsel dat aan de melk wordt toegevoegd van plantaardige oorsprong. Het is een smeu'ige, romige kaas, die ondanks z'n jonge leeftijd verrassend veel smaak heeft. Echt een kaas waarvan je kunt zeggen: Ik ga biologisch eten, maar ik ga mezelf ook verwennen.' Anders dan bij de meeste Nederlandse kazen, wordt de smaak van La Grande Hirondelle ook vanaf de buitenkant gevormd. De kazen worden een paar keer per week 'gewassen' in Elzaswijn. In deze wijn zitten natuurlijke gisten, die samen met een toege- voegde roodbacterie in de korstvan de kaas trekken. Hierdoor wordt de smaak van de kaas iets scherper. DePraeter: 'Kaas maken is een kwestie van het beste uit de natuur halen. Als je een kaas lang laat liggen, kunnen zich allerlei schimmels ontwikkelen. De meeste van die schimmels zijn schadelijk, maar er zijn ook schimmels die de kaas net dat beetje extra smaak geven.' Hartstocht DePraeter woont op steenworp afstand van de kaas makerij. De hartstocht voor de kaas is er niet min der op geworden. Integendeel, een vakantie in Frankrijk is niet compleet zonder een bezoek aan de plaatselijke kaasboer. En een onbekend kaasje op de markt trekt gegarandeerd DePraeters aandacht. 'Als ik ergens een kaas zie liggen, moet ik er altijd even- tjes aan ruiken. Even op de buitenkant drukken. Dat is een kaasmakersgewoonte, even met een duim aan de kaas voelen, dan voel je dat die kaas aan het rij pen is. Dat-ie soepel en smeui'g wordt. Tot afgrijzen van mijn vrouw. "Blijf er nou toch eens van af", zegt ze dan. Maar ja, als die hartstocht er eenmaal in zit...' Eerst wordt de wei door middel van een rooster gescheiden van de kaasmassa. De 'in vorm' gesneden en geharde kaas wordt vervolgens gewassen in Elzaswijn en onder- gedompeld in een pekelbad. AllerHande 2-2002 77

Allerhande | 2002 | | pagina 77