RINIE DE VROEDT 47, eigenaar modewinkel vegetarisch sinds 1964
LIDDIE AUSTIN
C k heb vlees nooit echt lek-
I ker gevonden, zat als kind
altijd al te pluizen: ik zag elk
peesje en elk adertje. Van mijn
ouders moest ik het eten: die
dachten dat een kind niet zon-
der kon. Op mijn tiende heb ik
gezegd: "Nu eet ik geen vlees
meer." Met een modegril had
het niets te maken, ik wist niet
eens wat vegetariers waren. Er
werd niet apart voor me
gekookt; meestal kreeg ik een
stukje kaas bij de aardappels en
groenten en dat was het dan.
Later, toen ik op mezelf woon-
de, ben ik gaan ontdekken hoe
creatief je kunt koken zonder
vlees. Ik woonde toen in
Utrecht en daar ging een
wereld voor me open. De
gemiddelde groenteboer ver-
kocht er zaken waar ze in de
provincie nog nooit van had-
den gehoord.'
Schroom
'Mijn man eet gewoon vegeta
risch mee; mijn zoon, nu 22, is
uitgegroeid tot een verschrikke-
lijke vleeseter. Mensen hebben
soms een zekere schroom om
ons te eten te vragen: ze weten
niet goed wat ze moeten klaar-
maken. Er is wel eens een volle-
dige dubbele maaltijd bereid;
dan voel je je behoorlijk opgela-
ten. In Utrecht ben ik eens een
restaurant uitgezet, na het ape-
ritief, toen ik bij de bestelling zei
dat ik vegetarier ben. En in
Frankrijk zijn de kok en de ober
eens naar me komen kijken,
alsof ik een bezienswaardigheid
was. Zij snapten niet dat
iemand ook zonder vlees kon
leven. Mooi en elegant vegeta
risch koken is totaal niet moei-
lijk. Je kunt eindeloos varieren.
Wat ik regelmatig maak is een
spinazie-omelet uit de oven,
met geitenkaas of camembert,
pijnboompitjes, eieren en room.
Of venkelknollen met vijgen en
witte wijn, even in de oven met
verse kruiden erover, risotto
erbij: heerlijk.' C»
pels, groenten en vlees af te
leren. Ik maakte gewoon datge-
ne waar ik zin in had. Pasta,
rijst, aardappelen. Ik hou van
eten en vind koken leuk: ik fiet-
ste rustig naar de andere kant
van de stad omdat ik ergens
had gelezen dat daar een winkel
was die een bepaald type
mozzarella verkocht.'
Principes
'Mijn kinderen eten thuis nooit
vlees. Ik maak het niet klaar,
domweg omdat ik niet weet hoe
dat moet. Als ze bij een vriendje
zijn en ze krijgen het voorgezet,
mogen ze van mij in principe
best, maar diep in mijn hart
heb ik het liever niet. De oudste
vindt er niets aan. Als ze een
stukje pizza krijgt voorgezet
waar de salami van af is
gehaald, schuift ze het weg: ze
ruikt het. Ik moet bekennen
dat ik nooit heb geprobeerd
mijn kinderen aan het vlees te
krijgen.
Wat me opvalt is dat veel men-
sen zich geroepen voelen te ver-
tellen dat ze eigenlijk ook heel
weinig vlees eten, terwijl ik er
nooit naar vraag. Ze associeren
vegetarisch met principes, en
met mooi en geweldig en gaan
zich daarom verdedigen.' C
Vervolgens probeerde ik de
ouders van mijn vriendje
zover te krijgen dat ze voor
ons vegetarisch gingen koken.
Daar at ik namelijk veel
vaker dan thuis.
En dat lukte
wel. Het
vriendje deed
met me mee en zijn
moeder kocht een vegetarisch
kookboek. Ze maakte van alles,
zoals notengehakt, het vegetari-
sche eten van de jaren zeventig.
Op mijn achttiende ging ik het
huis uit en ben ik gaan koken
zonder vlees. Ik hoefde mezelf
niet het patroon van aardap-
C jk was 17 jaar en wilde al
I een tijdje van vlees af. Maar
dat lag thuis nogal lastig: mijn
moeder is de kleindochter van
een slager en die was gewend
enorme pannen met tong en
niertjes klaar te maken.
42, journaliste
vegetarisch sinds 1976
AllerHande 2-2002 33