De temperatuur kan oplopen tot zestig, zeventig graden: zonder gasvlam, zonder dure energie' erin kan groeien. In feite bootsen wij de omstandigheden van de grotten en de legerpaarden na. Puur natuur.' Die ochtend is net weer tweehonderd ton paardenmest met water en stro op het erf van Agarica afgeleverd. Boer heeft persoonlijk tot aan zijn onderar- men in de paardenpoep geploegd: 'Om te voelen, te ruiken. Hoe ver zijn de strode- len al aangetast? Is de geur zuur, zoet? Vies klusje? Welnee, dat is een 'typische stadsopmerking'.' En hij ver- telt verder. Over bulkruimtes die potdicht worden afgeslo- ten en waar ventilatoren zor- gen voor de beluchting via open roostervloeren. Over 'thermische desinfectie' waar bij hoge broeitemperaturen een 'algehele doding' plaatsvindt van concurrentieschimmels, mijten en vlieg- jes. Over 'warmteminnende bacterien' die ammoniak omzetten in eiwitten. 'Zo ont- staat een perfecte voedingsbodem zonder enig chemisch bestrijdingsmiddel,' zegt de kweker trots. Spinnenweb En dan komt het zaaien. 'Van laborato- ria krijgen wij gesteriliseerde tarwekor rels. Die zijn stuk voor stuk geent met schimmelsporen - ofwel zwamvlokken - van de kastanjechampignon. Die korrels zaaien we uit over de bewerkte compost. Bij dat proces wil ik elk risico van besmetting door concurrentieschimmels vermijden: in de gesloten ruimtes wer- ken we met de filterinstallatie van een operatiekamer en een volledig compu- tergestuurde zuurstof- en temperatuur- beheersing. Dat werkt. Als je na achttien dagen de deuren opendoet, zie je een grote, witte koek. Alle strodelen zijn wit van het 'spinnenweb' van champignon- schimmeldraden. Overal. Door alles heen. Prachtig.' Magie De doorgroeide compost gaat op meta- len bedden van 1,40 meter breed en 40 meter lang, driehoog opgestapeld. 'Dan is er nog een deklaag nodig,' zegt Bert Boer. 'Wij gebruiken zwart veen, diep doorgevroren, dus zonder ziektekiemen. De schimmel voelt zich ook thuis in dit dode, organische plantenmateriaal. Wij zorgen dat deze deken nat blijft. De schimmel gaat erin groeien. Vervolgens gaan we de herfst nabootsen met koe- ling, ventilatoren en luchtvochtigheid. De winter komt eraan, denkt die cham pignon. Ik moet zorgen voor nageslacht. Hij reageert direct. Binnen een etmaal trekken de schimmeldraden naar elkaar toe, ze klonteren samen en vormen een vruchtlichaam: de paddestoel. Die over- gang is voor mij nog steeds een magisch moment. Week na week. Al dertig jaar lang. Het verveelt nooit.' Bert Boer en zijn champignons: het is een liefdesverhaal. 'Die emotionele betrokkenheid is nodig, anders ben je maar gewoon een geldkweker. Wie is die schimmel? Dat wil ik weten. Kijk, wij houden hier van schaatsen. Ik heb een paar Elfstedentochten mogen rijden. Ik ben dag en nacht op het bedrijf, maar bij natuurijs ben ik vertrokken - dat weten ze hier. Henk Gemser, oud- bondscoach van de kemploeg, zei ooit: 'Je moet in gesprek komen met het ijs.' Die opmerking is mij uit het hart gegre- pen. Ik wil in gesprek komen met de kastanjechampignons. Je kruipt in de huid van de champignons - je moet ze bijna worden. Ik praat ook tegen ze. Stilzwijgend. Ik kijk naar zijn gezicht: ziet hij er bleek uit, krijgt hij een ribbelig huidje? He, wat mankeert eraan, joh? Kunnen de omstandigheden beter?' Vrienden Door de passie en kunde van kwekers als Bert Boer behoort Nederland nu tot de belangrijkste champignonproducen- ten in de wereld. 'Het zijn levende orga- nismen waar je een hart voor hebt,' zegt hij. 'Geen enkele champignon is gelijk. In de winkel herken ik ze allemaal weer, of het nou een Albert Heijn in Maastricht of Roodeschool is. Dat gaat zo van: jij komt uit die en die eel, jij bent toen en toen geoogst. Dat kun je gewoon zien. Ik neem elk jaar afscheid van dertig miljoen vrienden. Maar de emotie gaat niet zover dat ik een traan laat bij elke aflevering. Welnee. Dan ben ik allang weer bezig nieuwe vrien den te maken.' Tarwekorrels worden geent met schimmelsporen en daarna uitgezaaid over de compost van paardenmest. 78 AllerHande 10-2001

Allerhande | 2001 | | pagina 78