heeblaadjes
plukt men met de hand
theetuin india
Westerse barbaren
Niet India, maar China was het eerste
land waar thee werd verbouwd. Maar
door de moeizame handelsbetrekkin-
gen met China (die de 'westerse bar
baren' liefst zo min mogelijk binnen
hun landsgrenzen zagen), gingen de
Engelsen vanuit hun kolonieen in
India op zoek naar andere bronnen
voor hun sinds de zeventiende eeuw
zo geliefde thee. Pas in 1823 ontdek-
ten de Engelsen in Assam de in het
wild groeiende theeplant. Ze gingen
onmiddellijk aan de slag om deze
inheemse soort te cultiveren. En dat
resulteerde in acht kisten thee, die in
1838 in Londen werden geveild. Het
Britse rijk had nu haar eerste eigen
thee geproduceerd.
Veel wist men nog niet van de juiste
werkwijze om thee te verbouwen, dat
wisten alleen de Chinezen. Het in
1834 opgerichte Tea Committee gaf
in 1848 de Engelsman Robert
Fortune de opdracht om in China
informatie en zaden te verzamelen.
Als Chinese handelsreiziger vermomd
verzamelde deze eindelijk de zo
begeerde kennis. Bij zijn terugkomst
naar India nam hij vijfentachtig
Chinese specialisten mee, die de thee-
plantages in Noord-West India zou-
den opzetten.
Mannenwerk
Tegenwoordig zijn er veel theeprodu-
cerende gebieden in India, maar de
thee die wordt geexporteerd, is
afkomstig uit Assam, Darjeeling en
Nilgiri. Hoge kwaliteitsthee, gewaar-
deerd door de echte theekenner. De
grotere plantages (oorspronkelijk 'tea
gardens' ofwel theetuinen genoemd)
zijn economische gemeenschappen
op zichzelf. Het plukken van de thee-
blaadjes (de toppen van de plant)
wordt door vrouwen gedaan. Dit
gebeurt met de hand, want op de hel-
lingen van de plantages heeft men
niets aan machines. Het onderhoud
aan de plantages en het verwerken
van de thee in de fabrieken is door-
gaans mannenwerk.
Delicaat en beroemd
Op de tweeduizend plantages in
Assam in het laagland van het noord-
oosten van India wordt tegenwoordig
alleen nog de Assam-varieteit
gekweekt, die daar veel beter gedijt
dan de oorspronkelijk uit China
ge'importeerde planten. De thee uit
Assam is krachtig van karakter, don-
ker van kleur en rijk aan smaak.
In de zuidelijkste punt van India
bevindt zich het Nilgirigebergte. Ook
hier waren het de Engelsen die het
ongerepte woud met de vele riviertjes
ontdekten als een ideaal gebied voor
het verbouwen van thee. Na Assam is
dit India's grootste theeproducerend
gebied. De thee uit Nilgiri is fris en
mild van smaak. Albert Heijn ver-
werkt'm in de biologische thee.
Hoewel Darjeeling, aan de voet van
de Himalaya, met zijn totale produc-
tie van elf miljoen kilo per jaar een
van de kleinste theegebieden is, is de
thee ongetwijfeld de meest delicate en
beroemde. Darjeeling wordt dan ook
wel de champagne onder de thee
genoemd! Doordat dit gebied zo hoog
ligt (boven 2000 m), is er een winter-
stop in de groei van de (Chinese)
theestruik. De plant komt dan tot
rust en dit resulteert in een voortref-
felijke, geurige kwaliteit van de eerste
pluk in maart en april (first flush).
Deze thee wordt voor exorbitante
prijzen verkocht op veilingen en er
worden zelfs proeverijen rond georga-
niseerd zoals we die kennen van de
beaujolais primeur! Hierna volgen
een tweede en derde pluk, die elk hun
eigen smaak thee leveren. De
Darjeeling Melange van Albert Heijn
is samengesteld uit de verschillende
plukken, zodat de thee het hele jaar
door dezelfde hoge kwaliteit heeft.
Darjeeling Melange, losse
thee, 100 gram
Darjeeling Melange, 20 zakjes
a 4 gram
Engelse Melange van AH
Biologisch (met Nilgiri), 20
zakjes a 1,5 gram
Darjeeling Earl Grey
(Darjeeling verrijkt met het
bergamot-aroma), 10 zakjes a
1,5 gram
Drinkt ii sterke Assam-thee bij het
ontbijt, dan kan er een wolkje melk
aan worden toegevoegd. In de deli
cate Darjeeling is dit absoluut 'not
done'. Een schijfje sinaasappel kan
het aroma van Assam-thee heerlijk
versterken.
AllerHande 9-2001 87