van een cuiinairslot Rijzende sterren Helemaal niet altijd heet. En als je eenmaal je favoriete garam masa- la te pakken hebt, dan blijkt de Indiase keuken vol met prettige ver- rassingen te zitten. Imaran Kashif Mir is de prins van Bombay Palace uit Den Helder. 'Smaak zit niet in je hoofd, maar in je handen.' Kruiden zitten in mijn bloed" Een kok uit India moet heel gevoelige han den hebben. 'De Indiase keuken staat of valt bij de kunst van het kruidenmengen. Een beetje te veel chili of te weinig kaneel en weg is je channa bhuna, kikkererwten met verse spece- rijen.' Vind dat allemaal maar eens uit zonder daarbij je humeur te verliezen. Indiers zeggen dat je dat direct aan een gerecht kunt merken. Aan de kaart te zien is dat Imaran prima gelukt. Hij toont zich een opperspecerijenmenger, een masalchi. Uit potjes en zakjes lepelt hij verse kruiden. Een groot aantal laat hij heet worden in een zware pan. Na vijf minuten roosteren hebben ze een mooie roodbruine kleur en ver- maalt hij ze met de ongeroosterde kardemom- fruit, gember en geelwortel in een elektrische koffiemolen. 'Een garam masala, zoals we die kruidenmix in India noemen, gebruik je als basis voor een curry, de saus of marinade van een gerecht. Als je een masala in een afgesloten pot op een donkere plek zet, kun je hem lang bewaren. Ik heb tientallen mengsels. Ze kleuren de Indiase keuken elke dag weer anders.' Koningin van de rijst Bombay Palace zit verstopt in een winkelstraatje van Den Helder, de Koningstraat. Een passend adres voor een Indiaas 'paleis', waarachter een bescheiden eethuis schuilgaat. Imaran Kashif Mir komt niet uit Bombay, maar uit Lahore. Die stad ligt in Pakistan dat ooit deel uitmaakte van India. Zes jaar geleden kwam hij naar Den Helder. Zijn zus had eerder de oversteek naar Engeland gemaakt. Toen zijn broer haar opzocht, en later Nederland aandeed, leerde hij zijn Nederlandse vrouw kennen. Samen met haar startte hij een restaurant in Arnhem: Bombay Palace. Toen hij vernam dat in Den Helder een ander Indiaas eethuis de deuren sloot, besloot hij zijn broertje over te laten komen. Die kon zo lekker koken, wist hij nog. Imaran stond inderdaad al vroeg bij zijn moeder in de keuken. Hij wilde van haar de kunst van het kruidenmengen afkijken. Prima, vond zij, maar of hij tussendoor dan niet zo wilde zeuren om rijst. Als hij dat wilde eten, moest hij dat zelf maar klaarmaken. Geen probleem: 'Ik ben gek op rijst.' Komt door zijn vader. Die is direc- teur van een fabriek die rijst exporteert. 'Hij nam mij altijd mee. Al snel kon ik moeiteloos alle soorten onderscheiden.' Het lekkerste vindt hij basmati, de koningin van de rijst. Geteeld op de hellingen van de Himalaya, gevoed met gesmolten sneeuw. 'Een en al natuur, en die I?6 AllerHande 9-2001

Allerhande | 2001 | | pagina 126