Levensvreugde
en spiritualiteit staan hoog in h
tillos', de zogenaamde groenschiltomaat,
die veel wegheeft van de onrijpe tomaat
zoals wij die kennen. Ook teelden ze chili-
pepers, zoete en gewone aardappels, vier
soorten kalebassen, pinda's en minstens
vijf soorten bonen.
'Epazote' was - en is nog steeds - een
geliefd kruid met een bittere smaak.
'Amarant' en 'chiazaad' zijn graansoorten
met heel kleine korrels, die werden
gebruikt voor in de pap en bij het koken.
Het gewone volk dronk zoete en gepeperde
ma'ispap en at voornamelijk bonen en tor
tilla's. Fruit en vlees waren voor hen een
zeldzaamheid. Daarentegen genoot de
Azteekse adel van zeer geraffineerde
gerechten. Naast kalkoen, eend, ree en
kleine hondjes consumeerden zij ook
kwartels en zwijn, houtduif en een scala
aan vis- en schaaldieren. Ook dronk de
adel chocoladedrank, gemaakt van cacao-
bonen.
Spaanse invloeden
A1 voor de ondergang van 'Tenochtitlan',
de Azteekse hoofdstad (het latere Mexico
Stad) waren er heel wat nieuwe smaken
toegevoegd aan de toen al grote sortering
ingredienten. Kooplieden brachten kaneel,
zwarte peper, kruidnagel, tijm, majoraan
en laurier mee. Met Columbus' tweede reis
kwamen ladingen kikkererwten, meloen,
radijs, uien, suikerriet, sla, druiven en
fruitpitten het land binnen. De Span-
jaarden introduceerden paarden, kippen,
varkens en koeien. Door de Spanjaarden
maakten de indianen ook kennis met rijst,
tarwe, sesamzaad, amandelen en citrus-
fruit. Olijfbomen en druivenranken deden
het niet goed, en dat betekende minder
olie en wijn. Tot op de dag van vandaag
worden olijfolie en wijn grotendeels geim-
porteerd.
Tegen het midden van de zestiende eeuw
aten de Spaanse veroveraars veel zoetighe-
den. Dat hadden ze afgekeken van de sui-
2S AllerHande 7 2001