Rijzende sterren "Er verdwijnt te veel in de vuilnisemmers. Ieder stukje vlees of vis is bruikbaar vond ik geweldig. Je werkt met elkaar twee keer per dag naar een stressmoment toe. Tijdens de lunch en het diner moet alles perfect zijn. De adrenalinekick die je dan krijgt is heerlijk!' Met glans doorliep de gedreven kok zijn kookoplei- ding. Vooral bij topadressen wilde hij werken. En voordat hij het wist, was hij op zijn vieren- twintigste sous-chef van een groot restaurant. 'Maar eigenlijk had ik te weinig ervaring. Er waren zoveel vragen waarop ik geen antwoord wist.' Zo had hij nauwelijks verstand van patis serie en had hij nog nooit vlees uitgebeend. En vis? Ja, zalm fileren kon hij wel, maar daarmee was alles gezegd. Innoveren Bart: 'Ik besloot helemaal opnieuw te begin- nen. Bij de basis, in Frankrijk. Want daar ligt het hart van de klassieke keuken.' Hij kwam terecht bij een driesterrenrestaurant in het Zuid-Franse St. Paul de Vence, en later in Collonges bij Bocuse. Het was keihard aanpo- ten. Soms zeven dagen per week van acht uur 's ochtends tot ver voorbij middernacht. 'Je moet in de keuken een ijzeren discipline heb- ben.' Hij leerde van Bocuse vooral niks weg te gooien. 'Ieder stukje vlees of vis is bruikbaar. Een kalfsnekje kun je gebruiken voor een ra gout, van een staart of vissenkop trek je een bouillon. In de keukens verdwijnt te veel in de vuilnisemmers.' Ook zijn voorliefde voor grote stukken vlees en vis stamt uit Frankrijk. Mooie plaatjes maken is niet aan hem besteed. Ruitjes en vierkantjes op het bord of een combinatie van een worteltje met courgette en rode paprika, alleen omdat het zo leuk kleurt? Het gaat Bart om de smaak: 'Een kok is geen schilder. En ik houd van innoveren, maar dan wel op basis van de klas sieke keuken.' Aan mooidoenerij doet hij niet mee, zoals kabeljauw met kalfsjus of een sausje van sereh. Gewoon een jus van gevogelte bij gevogelte, en een jus de veaux bij kalfsvlees. Zonder extraatjes erbij als kaneel en steranijs, want al die kruiden overheersen snel. 'Een saus dient als begeleiding, niet als aanvulling. Ik heb geen streepje appelstroop nodig om ergens mijn handtekening onder te zetten.' Hij geeft het toe: hij is geen specerijenkok. Een snufje onge- wassen zeezout volstaat, oordeelt hij, evenals producten uit de buurt. Vlakbij huis heb je zoveel moois.' Vandaar op zijn kaart een Limburgs voorgerecht: huidvleis (zure zult) met een salade van avocado en Geuldalham en een vinaigrette van Limburgse mosterd en Apostelhoeve Auxerrois. Vanzelfsprekend gecombineerd met een witte wijn van hetzelfde chateau uit Maastricht. 'Die is echt verrassend goed hoor. Wijn maken, dat kunnen ze heus niet alleen in Frankrijk.' Lachend: 'Laat Bocuse het maar niet horenl Maar verder ben ik een prima ambassadeur van de Franse keuken. Met mijn kennis, m'n rotissoire en de naam van mijn restaurant breng ik een stukje Bocuse naar Nederland.' 56 AllerHande 6-2001

Allerhande | 2001 | | pagina 56