'De overeenkomst tussen koken
kEen fazant
moet je
knuffelen
en liefdevol
beschenken"
de bediening knalt ook. Bij de samenstelling
van de kaart houd je rekening met de berei-
dingstijd. Ik kan geen fazant gaan maken. Een
fazant moet je knuffelen, strelen, liefdevol
begieten en besprenkelen. Natuurlijk kan ik
het vlees lomp van het karkas snijden en
vlug-vlug braden, maar dat is niks. Dat doe je
niet. Gelukkig zijn er genoeg heerlijke pro-
ducten die wel in snel tempo te bereiden zijn.
Kok zijn is een fantastisch vak.'
Koken is zijn passie. 'Ik kreeg de smaak pas
echt te pakken toen ik mijn eerste koksbuis
mocht aantrekken - als snotjochie van twaalf.
Ik kom uit Bovenkarspel, West-Friesland. In
een restaurant in Enkhuizen deed ik vakan-
tiewerk: eerst als afwashulp, maar ik mocht al
gauw voorgerechten doen en scholletjes en
mosselen bakken. Alles pakte ik aan. Die
koksbuis was erkenning. Een uniform met
status, wauw.' Op de LTS koos hij voor de
richting consumptieve techniek (koken-ser-
veren), om daarna in het leerlingwezen de
nodige praktijkervaring op te doen in restau
rants met een Franse of Griekse keuken. 'Ik
was heel ambitieus.'
Op avontuur in Australie
En toen vertrok hij op twintigjarige leeftijd
naar Australie. Reizen. Avontuur. Om zichzelf
te bedruipen kocht hij een keurig pak en
klopte hij aan bij een Frans restaurant in
Melbourne. 'Ik dacht dat ik aardig kon koken
en redelijk Engels verstond, maar mijn
inbreng sloeg nergens op. Ik kon dat moor-
dende tempo niet bijhouden - een drama. Na
een dag stond ik al vijftig kilo wortels te schil-
len. Ik had het daar snel gezien. Uiteindelijk
kon ik terecht bij een restaurant van Paul
Bocuse, de grote Franse meesterkok. In de
boucherie leerde ik hoe je gevogelte uitbeent
en hoe je vlees netjes van de botten zaagt. Je
moet heel hard werken, je verdient bijna niets
en je wordt helemaal stijfgevloekt.'
Filmcarriere
Als hij dan een figurantenrol moest spelen,
dan maar goed. Tijdens zijn verblijf in
Australie werden in Port Douglas opnamen
gemaakt voor de oorlogsfilm The Thin Red
Line. Hij meldde zich aan... en mocht mee-
doen. Als Amerikaanse soldaat. Met 'strijd-
makkers' als Sean Penn, Nick Nolte, John
Travolta en George Clooney. 'Ik heb in veel
scenes meegespeeld - ik ben een paar keer
duidelijk in beeld. Geweldig. Sean Penn vond
ik arrogant, maar Nick Nolte was aardig.
Zoveel ervaring, zoveel knowhow. Een super-
kerel.'
Weg met de horeca, leve de film! De West-
Fries deed nog een gooi naar een (figuran-
tenjcarriere in Los Angeles, maar zonder
resultaat. Terug in Nederland had hij weinig
keus: de kok werd weer kok. Hij kwam terecht
bij Klein Paardenburg in Ouderkerk aan de
Amstel. Bij chef-kok Patrick van Velzen leerde
hij wel de fijne kneepjes van het vak. En nu
zwaait hij dus bedreven met de pollepel in
DeliKeet. 'De overeenkomst tussen koken en
acteren is: je behaagt mensen. Dat doe ik
graag. Het allerliefste zou ik kok en acteur
willen zijn. Op televisie. Met mijn eigen
kookprogramma, vol gekkigheid en leuke din-
gen om eten en drinken - en de lunch! - in
Nederland verder te promoten. Of dat alle-
maal lukt weet ik niet. Ik ben gewoon mezelf.
Vriendelijk, open, enthousiast. Van Ame-
rikaans soldaat in de Pacific naar chef-kok
van een lunchrestaurant in Buitenveldert -
waarom zou ik dan geen tv-presentator in
Hilversum kunnen zijn?'
96 AllerHande 4-2001