heel dicht bij elkaar' Rijzende sterren Eenvoudig koken is misschien wel het moeilijkste wat er is' Chef-kok Jannis Brevet van Helianthushof in Uden is wars van toeters en bellen. 'Ik laat liever het gerecht zelf spreken.' En: 'Vis hoort naar vis te smaken, eend naareend.' Naast hem staat een ouderwetse graanmo- len. Bio-miihle, staat erop. Jannis kocht het apparaatje tien jaar geleden in Oostenrijk. Hij gebruikt het bij het maken van zijn krui- denmengsels, waaronder zijn vermaarde op de graat bereide tongschar met twaalf specerijen. De kok glimlacht mysterieus: 'Wat ga ik niet verklappen. Ben je mal. Met de samenstelling ben ik een jaar bezig geweest.' Ruiken mag wel. Hij haalt een plastic bakje met zijn goed bewaarde kruidengeheim uit de keuken. Plus twee andere doosjes met een curry en een mix a la St. Malo, geinspireerd op een prikkelende kruidenmelange die hij afgelo- pen zomer in dat Bretonse vissersdorp proefde. Voor over zeebaars. De volgende dag kocht hij direct een greep kruiden bij de plaatselijke spe- cerijenboer. Terug in zijn Udense keuken maal- de en mengde hij net zolang totdat hij meende dezelfde smaak te pakken te hebben. Smaakmakers Kruiden: de kaart van Helianthushof staat er vol mee. 'Cuisine marinee, potagere en epicer' staat er boven het menu. Vlot vertaald: gema- rineerde gerechten van de grond met specerij en. Een rogvleugel geeft Jannis een extra touch met mosterdzaad, terwijl risotto een opkikker met lavas krijgt. Als dessert wacht een choco- lade-kruidnagelsouffle. 'Kruiden zijn de be- langrijkste smaakmakers. Door te verfijnen, krijgt een gerecht raffinement.' Spelen met verfijnde smaken: het is Jannis Brevet ten voeten uit. Kenners zien hem als een van de 'jeunes premiers' van culinair Nederland. Vanaf zijn veertiende staat hij al in de keuken, zegt hij. Stil in de schoolbankjes zitten was niks voor hem. Hij wilde een vak leren, in de praktijk. Vakantiebaantjes had hij vanzelfspre- kend altijd bij restaurants in zijn geboorte- plaats Goes. 'Piepers snijden, toastjes en huza- rensalades maken. Ik genoot daarvan.' Een ding: Jannis wilde meer dan huzarensala- des. Via het leerlingwezen kwam hij in tal van sterkeukens terecht. Een bewuste keuze. 'Je moet daar continu op je tenen lopen. Werken met alleen de allerbeste producten. En dat wilde ik ook. Een bistro, eetcafe of conve- nience-keuken, nee, dat is niet mijn keuze. Ik wil een product van het begin tot het einde bewaken, controleren. Ik ga voor het hoogste.' Sferren van de hemel Vijf jaar werkte hij in een driesterrenrestau- rant in Miinchen. Een harde leerschool. Chef-koks spaarden hem niet. 'Je mocht de chef-kok niet aankijken als je op je donder kreeg, daarmee provoceerde je hem. Naar de 46 AllerHande 3 2001

Allerhande | 2001 | | pagina 46