hectares olijfboomgaarden uit. In het gebied tussen Marbella, Ronda en Gibraltar bevinden zich de befaamde witte bergdorpjes tussen rotsforma- ties vol kurkeiken. Achter Cadiz lig- gen eindeloze malse, groene weiden. Hier worden de vechtstieren gefokt. Rond de stad Jerez de la Frontera groeien de sherrydruiven op de zan- derige, bijna sneeuwwitte grond van de wijngaarden. Vandalenland Hoewel de Arabische veroveraars gedurende een paar eeuwen bijna het hele Iberische schiereiland in handen hadden, hebben ze nergens zo hun sporen achtergelaten als in Andalusie. Het waren ook de moren die deze regio 'Al-Andalus' noemden, wat 'vandalenland' betekende. Het klimaat van deze zuidelijkste regio van Spanje beviel hen en al snel maakten ze er een paradijs van. Ze bouwden er moskeeen, paleizen en burchten, legden de mooiste siertui- nen aan en introduceerden exotische gewassen zoals citroenen, sinaasap- pels, abrikozen, granaatappels en meloenen. De landbouwproductivi- teit nam toe doordat de Arabieren oude, verwaarloosde irrigatiesyste- men, die door de Romeinen waren gebouwd, verbeterden. De Arabieren hadden een grote culi- naire traditie en hun invloed op de Andalusische keuken is dan ook erg groot geweest. Ze kwamen met ver- fijnde gerechten die niet alleen waren bedoeld om de honger te stillen, maar ook om van te genieten. Vandaag de dag plukken ze er in Andalusie nog steeds de vruchten van, want veel ingredienten en specerijen zijn van Arabische origine, zoals kikker- >- - 24 AllerHande 3-2001

Allerhande | 2001 | | pagina 24