Lychee De oorsprong van deze fijne, exotische vruchten ligt in China. Tegen- woordig groeien ze in veel tropische gebieden. De vruchten groeien in tros- sen van vijf tot dertig stuks aan bomen die wel twintig meter hoog kun- nen worden. De lychee behoort tot de familie van de zeepboomachtigen. Deze familienaam is te danken aan de alkalische stof, saponine, die uit sommige vruchten wordt gewonnen en tot zeep wordt verwerkt. De lychee heeft de grootte van een kleine pruim. De schil is fel rozerood tot dieprood gekleurd en heeft een harde, geschub- de structuur. Het sappige vruchtvlees is glazig wit en ligt om een bruine pit heen. De smaalc is karakte- ristiek zoet met een krui- dig aroma. Om het parelmoerachtige, witte vruchtvlees te kun- nen eten, moet de lychee als een ei uit de breelcbare schil worden gepeld. De bruine pit moet worden verwijderd. Lychees zijn vooral populair als vers fruit. Hun heerlijke aroma past bij zoete ingredien- ten, maar ook bij vlees, vis, gevogelte en rijst. 84 AllerHande 11-2000

Allerhande | 2000 | | pagina 84