'Er moet altijd wat te eten zijn'
Rena verbleef in totaal zo'n tien
maanden in het noorden van
Thailand, in de burnt van Chang
Mai. In 1993 verrichtte ze een half
jaar lang onderzoek voor haar stu-
die geneeskunde, in 1997 volgde
ze een stage in een algemeen zie-
kenhuis. Dit jaar bracht ze er
haar vakantie door. Wat is haar
het meest bijgebleven? 'Wat ik
opvallend vond was dat de men-
sen bij wie we woonden, die je
kunt rekenen tot de middenklas-
se, bijna nooit zelf kookten. Ze
gingen ongeveer drie keer per dag
eten halen, bij een van de vele
straatstalleijes. A1 het eten krijg je
mee in plastic zakjes, zelfs de noe-
delsoep! Alles werd thuis in bak-
jes gedaan en in het midden gezet
en dan nam iedereen overal wat
van, heel sociaal. In Thailand
moet 00k altijd wat te eten zijn.
Als je met iemand afspreekt om
wat te drinken worden er
meteen hapjes besteld.'
'Mijn favoriete gerecht is pad kra-
pao, dat betekent 'gebakken hei-
lige basilicum'. Het bestaat uit
rijst met vlees, pepertjes, basili
cum en nam pla. Wat ik 00k heel
lekker vond was mango. Die eten
ze onrijp, dus als hij nog groen
en hard is, met een dipje van
peper en suiker. Vreemd, maar
wel heel lekker!'
'Ik heb thuis een aantal Thaise
gerechten in mijn repertoire
opgenomen. Groene zoete curry
bijvoorbeeld, en khaowphad, een
soort Thaise nasi met vissaus,
citroen en pepertjes. In een toko
heb ik weleens mama-soep
gehaald, dat is miesoep met spe-
cerijen, suiker en pepertjes en een
ei erdoorheen. Heel pittig.
Trouwens, het is net of ik dat in
Thailand beter kon verdragen
dan hier.'
Rena de Roos (31)