en
euet
Cabaretier Bavo
Calama is vader van
drie kinderen. Bavo
vertelt ze een zelf-
verzonnen sprookje
over het gerecht dat
op tafel komt en tien
tegen een dat de
maaltijd er dan met
smaak ingaat!
Morgen zou een belangrijke dag worden voor de leer-
lingen van de kokschool. Dan was het examen en
moesten alle leerling-koks met een zelfbedacht gerecht
naar school toe komen. En als de directeur van de kok
school het een lekker gerecht vond, dan lcreeg de leerling-
kok zijn diploma. Een van de leerlingen heette Ivo
Wortelhaar. Hoe hij ook nadacht en nadacht, hij kon maar
geen nieuw gerecht bedenken. En morgen moest het al
klaar zijn! Hij zou vast zakken voor het examen. Wat zou-
den zijn ouders teleurgesteld zijn. Hoe hij het ook pro-
beerde, Ivo kon gewoon niets bedenken. Toen zijn ouders
die avond waren gaan slapen, sloop Ivo uit zijn bed en
pakte wat spullen bij elkaar en verliet het huis. Hij had
besloten niet naar het examen te gaan. En omdat hij dat
niet tegen zijn ouders durfde te zeggen, kon hij maar beter
van huis weglopen. Midden in de nacht liep Ivo in het stilc-
donker door een groot woud. Hij keek omhoog naar alle
sterren die hoog aan de hemel glinsterden. Woonde ik
maar op een van de sterren,' dacht Ivo. Hij wist niet dat op
precies datzelfde moment vanaf een van die sterren een
ruimteschip vertrok op weg naar de aarde. Midden in het
ruimteschip zat een raar geel mannetje met zes ogen en
zeven oren. Het was keizer Knoink van de planeet Ploink.
Om hem heen liepen allerlei gele mannetjes bedrijvig
heen en weer. En allemaal hadden ze zes ogen op steeltjes
en zeven oren. Eigenlijk zagen ze er tamelijk belachelijlc
uit, maar dat hadden ze zelf niet in de gaten. Elke keer dat
keizer Knoink jarig was, reisde hij met zijn ruimteschip
vol gele mannetjes naar de aarde om daar iets lekkers uit
te zoeken voor zijn veijaardagsmaal. Alles wat er op de
aarde rondliep vond keizer Knoink even lekker. Kippen,
koeien, vleermuizen, kikkers, ja zelfs katten en honden
vrat 'ie op met huid en haar. Dit jaar had keizer Knoink z'n
zinnen gezet op een aardmens. Die kon je toch ook in een
koekenpan braden en oppeuzelen. Ja, keizer Knoink wist
het zeker, dit jaar wilde hij eens een aardmens proeven.
Ivo wordt ontvoerd
In een razende vaart naderde het ruimteschip de aarde.
Ivo, de leerlingkok, keek nog eens omhoog naar de hemel.
Maar wat zag hij daar?! Het leek wel of een fel schijnende
ster steeds groter werd! En het felle licht kwam steeds dich-
terbij. Ivo voelde z'n hart sneller kloppen. In een wolk van
stof en rook landde het ruimteschip vlak voor z'n voeten.
Op het ruimteschip knipperden allerlei lampjes en Ivo
hoorde een vreemd zoemend geluid. Langzaam ging in het
ruimteschip een luik open en een paar vreemde gele man
netjes kwamen voorzichtig naar buiten. Ivo wist niet wat
'ie zag! Toen kregen de gele mannetjes Ivo in de gaten. En
voordat hij wist wat er gebeurde, werd Ivo door de gele
mannetjes beetgepakt en het ruimteschip ingesleurd.
'Ploink, ploink,' sprak keizer Knoink toen Ivo voor hem
stond, 'Jij smaakt vast lekker!' 'Jullie gaan mij toch niet
opeten?' stamelde Ivo ongelovig. 'Ploink, jawel hoor,'
klonk het uit de mond van alle ruimtewezentjes. 'Maar ik...
ik... ben helemaal niet lekker,' stotterde Ivo. Dat klopte ook
wel, want Ivo voelde zich op dat moment helemaal niet lek
ker. 'Ploink, honger, ploink,' knorde keizer Knoink. Ivo
moest snel iets bedenken, anders werd hij nog door deze
rare mannetjes meegenomen en opgepeuzeld. 'Maar luis-
ter, hier in het bos groeit van alles dat jullie kunnen eten.
Ik ben een leerling-kok, ik kan snel iets voor jullie maken,'
stelde Ivo voor. Keizer Knoink moest even overleggen met
de andere wezentjes. Even later vond hij het goed als Ivo
iets voor hen zou koken.
Het smaakte zowaar lekker
Als een razende ging Ivo aan de slag. In het donker zocht
hij bospeentjes, paddestoeltjes en bosuitjes. Hij plukte een
paar ma'iskolfjes op de akker verderop en zocht er wat krui-
den bij. Met een pannetje dat hij van huis had meegeno
men ging hij aan het werlc. Ivo vond het zelf maar een
merkwaardig ratjetoe wat hij had gekookt, maar als de kei
zer het lekker vond dan bleef in ieder geval zijn leven
gespaard. Toen het groentepotje klaar was, liet hij het de
ongeduldige keizer proeven. 'Ploink, ploink,' sprak de kei
zer uit de ruimte verheugd, 'dat is ploinknog-an-toe lekker
zeg!' De keizer haalde een gouden schaaltje tevoorschijn en
Ivo moest het gouden schaaltje volscheppen. Meteen daar-
op werd Ivo het ruimteschip uitgezet en in een wolk van
licht, stof en rook vertrokken de ruimtemannetjes weer
naar de planeet Ploink. Ivo bleef alleen achter in het bos.
Hij keek in zijn pannetje en hij zag dat minstens de helft
van wat hij had gekookt er nog inzat. Hij nam een hap en
inderdaad, het smaakte verdraaid goed. Ineens ging er bij
Ivo een lichtje branden. Hij had een nieuw gerecht
bedacht! Hij rende zo snel als hij kon terug naar huis. De
volgende dag op de kokschool maalcte Ivo opnieuw zijn
gerecht. Zou hij nu misschien toch nog slagen voor zijn
koksexamen? Jazeker! De directeur vond het een heerlijk
en gezond gerecht. Ivo kreeg zijn diploma en daar was hij
maar wat trots op. En omdat hij het als eerste voor de ruim-
tewezens had klaargemaakt noemde Ivo het gerecht
Groenteschotel Ploink.
Fotografie
Renee Frinking (portret)
Henk Brandsen (gerecht)
kok Korrie Brandt
illustratie Bart van Leeuwen
108 AllerHande 9-2000