tkde
75 lie mee
Cabaretier Bavo
Galama is vader van
drie kinderen.
Bavo vertelt ze een
zelfverzonnen
sprookje over het
gerecht dat op tafel
komt en tien tegen
een dat de maaltijd er
dan met smaak
ingaat!
jK
r
Lang geleden leefde er in een ver land eens een prachtige
prinses. Ze heette prinses Tallemee en ze was veruit de
mooiste prinses op de hele wereld. Haar vader en moeder,
de koning en koningin van het land, waren maar wat
trots op haar. Alle prinsen in de omliggende landen
wilden dolgraag met Tallemee trouwen, maar ze moesten
maar afwachten op wie de prinses verliefd zou worden.
Een van de prinsen wilde daar niet op wachten. Het was
de onaardige prins Bui de Botterik. De meeste mensen
waren bang voor hem, orndat hij altijd gemeen was
wanneer hij zijn zin niet kreeg. Bovendien had hij een
groot leger vol sterke soldaten. Op een dag stond prins
Bui de Botterik met al zijn soldaten voor de poort van het
kasteel waar prinses Tallemee en haar ouders woonden.
'Geef mij prinses Tallemee, zij moet mijn vrouw worden!
En o wee, als ik mijn zin niet krijg! Dan steek ik dit
kasteel in brand en daama de rest van het land!'
De koning verscheen bovenop de toren en zag dat de
prins veel meer soldaten had dan hij. Daarom verzon hij
een list. 'Maar prins Bui,' riep de koning naar beneden,
'zie je niet dat het hele land in tranen is? Prinses
Tallemee is vorige week plotseling ziek geworden en over-
leden.' 'Maak de poort open,' riep prins Bui de Botterik,
'en laat mij het kasteel doorzoeken. Volgens mij houd jij
je mooie dochter gewoon voor mij verborgen!' Daarna
liep de koning snel naar z'n dochter en zei tegen haar:
'Kom, ik laat je de geheime gang zien, Tallemee. Die gang
komt uit in het woud. Houd je daar een paar dagen ver
borgen, dan leiden wij de prins wel af.' Tallemee pakte
een kaars en rende door de lange, donkere gang. Aan de
gang leek geen einde te komen. Na een tijd kwam ze aan
bij een klein houten deurtje en toen ze dat opendeed
stond ze midden in een groot donker bos. Ze kende de
weg niet in het bos en binnen de kortste keren raakte ze
hopeloos verdwaald. Ook het deurtje terug naar de
geheime gang kon ze niet meer vinden. De arme prinses
Tallemee dwaalde dagen hulpeloos rond. In het bos kon
ze niets vinden om te eten en van al het lopen was ze
vreselijk moe geworden. Op een gegeven moment hoorde
ze in de verte belletjes rinkelen en geiten mekkeren. Met
haar laatste krachten liep ze op het geluid af. Het was
een jonge geitenhoeder met zijn geiten. Ze vroeg: 'Heb je
iets te eten voor mij, geitenhoeder? Ik ben prinses
Tallemee en ik heb al een paar dagen niets gegeten!' 'Ik
heb alleen maar een paar stukjes gerookte kip bij me,'
antwoordde de geitenhoeder. Het is vijf dagen lopen naar
mijn dorp en die paar stukjes kip zijn voor ons samen
veel te weinig!' 'Maar ik heb gouden en zilveren munten
bij me, en een ketting vol gouden kralen en zilveren arm-
banden. Laat mij alsjeblieft die stukjes kip van je kopen,'
smeekte prinses Tallemee. De geitenhoeder schudde ver-
drietig het hoofd. 'Wat heb ik aan goud en zilver als ik
geen eten heb. Wat heb ik aan edelstenen als ik op dit
moment van de honger sterf?' Prinses Tallemee begon
zachtjes te huilen. De jonge geitenhoeder kon het niet
aanzien. 'Hier,' zei hij, 'neem maar een paar stukjes kip
van mij, je bent zo mooi en lief, ik kan je toch niet van de
honger om laten komen,' en hij gaf een bord met stukjes
kip aan de prinses. 'Maar hoe moet het dan verder met
ons?' snikte het prinsesje. 'We redden het nooit.' De tra
nen liepen over haar wangen, zo op het bord. 'Ik weet nog
iets wat we kunnen proberen,' antwoordde de geitenhoe
der, 'ik heb van mijn overgrootvader de spreuk geleerd
om de Goede Geest van het grote bos op te roepen, maar
of het werkt weet ik niet. 11c heb het nog nooit eerder
gedaan.' De geitenhoeder mompelde een spreuk en
meteen klonlc er boven hen een zware stem die zei:
'Prinses, scheur een paar stukken uit je satijnen jurk, leg
ze op het bord! En leg daar al je kostbaarheden, geld en
sieraden bovenop.' De prinses deed wat haar gevraagd
werd. Plotseling doorkliefde een bliksemstraal de lucht en
kwam precies terecht in het eetbord van de geitenhoeder.
Er gebeurde iets vreemds. De stukjes van haar satijnen
jurk veranderden in heerlijke malse blaadjes sla, de gou
den kralen van haar ketting veranderden in voile maiskor-
rels, de groene edelstenen in zoete erwten, haar zilveren
armbanden in zilveruitjes, de zilveren munten in schijfjes
verse komlcommer en de gouden munten in plalcjes ei.
Ten slotte viel het gouden kroontje van Tallemee uiteen
in voedzame puntjes kaas. 'Wat een heerlijke en gezonde
salade!' zei de prinses. 'Daar kunnen we zeker vijf dagen
met z'n tweeen van eten!' De prinses en de geitenhoeder
hadden nu inderdaad genoeg te eten en na een tocht van
vijf dagen kwamen ze in het dorp aan. Even later kwamen
de soldaten van de koning prinses Tallemee ophalen.
Prins Bui de Botterik was alweer naar zijn eigen land
vertrokken nadat hij in het kasteel geen prinses had
kunnen vinden. Hij geloofde nu inderdaad dat de prinses
was overleden. Maar dat was niet zo. Prinses Tallemee was
dankzij de sieradensalade gezonder dan ooit. De geiten
hoeder werd door de koning rijkelijk beloond voor alles
wat hij gedaan had. En prinses Tallemee had geleerd dat
een bord gezond eten veel meer waard is dan alle
mooie sieraden en edelstenen bij ellcaar.
116 AllerHande 6-2000