Peter de paashaas Ht treurig voor de j&gang van zijn hoi. Het
was bijna Pasen, maar Peter had er dl't keer helemaal geen zin
in. Koning Karel de Honderdste had net als ieder jaar dozen
vol met eieren laten bezorgen bij zijn hoi, maar Peter keek er
niet naar om. En dat was raar, want hij schilderde elk jaar
deze eieren in de mooiste kleuren. Hij maakte de eieren
paars, of blauw met oranje stippen, of groen met gele poppe-
tjes er op, en speciaal voor de koning schilderde hij een ei
helemaal zwart met gouden kroontjes er op. In de nacht voor
Pasen ging Peter dan op pad om al deze prachtig beschilderde
eieren te verstoppen in de huizen en tuinen van alle onderda-
nen van koning Karel de Honderdste. Alle kinderen in het
koninkrijk moesten op paasochtend zoeken naar de verstopte
paaseieren. Als ze voor iedereen van het gezin een paasei had-
den gevonden, dan pas mocht het paasontbijt beginnen. Peter
de paashaas sloeg geen enkel huisje over als hij de paaseieren
ging verstoppen. Behalve een. En dat was het huisje van Sosia
de heks. Hij vond Sosia een heel erg eng mens met d'r zwarte
wrat op haar bovenlip. En met d'r gele afgebrokkelde tanden.
Als er iemand langs haar huisje in het bos liep, begon ze
altijd meteen te schelden. 'Scheer je weg of ik verander je in
een Scheie krokodil met een rode bril en maar een bill' riep
ze dan vanuit de deuropening. Een paar dagen geleden had
Sosia plotseling aangeklopt bij het huisje van Peter. 'Zo lelijke
paashaas! Iedereen altijd de mooiste paaseieren geven en mij
overslaan! Ik zal je leren.' Ze had haar wandelstok omhoogge-
stoken en een toverspreuk gezegd:
En op slag voelde Peter zich diep van binnen treurig en ver
drietig worden. De mensen die toevallig langs zijn huisje lie-
pen vroegen wat er aan scheelde, maar Peter zei niets terug.
Ook de koning hoorde van de somberheid van zijn paashaas,
ging naar hem toe en vroeg: 'Peter, waarom ben je zo neer-
slachtig?' Stotterend vertelde Peter dat de heks Sosia hem
betoverd had met een toverspreuk. 'Welke toverspreuk?' vroeg
de koning belangstellend. En Peter herhaalde de spreuk.
'Hmm...' bromde de koning, 'ik zal zien wat ik kan doen.' En
hij reed weer terug naar zijn paleis. Daar ontbood hij de beste
clown van het land om de paashaas op te vrolijken. De clown
"ging op weg. Maar Peter vond de rare ffatsen van de clown
helemaal niets. Toen stuurde de koning de beste moppentap-
per uit het land, maar om geen enkel mopje moest Peter
lachen, en daar werd zelfs de moppentapper somber van. Dat
gaat niet goed, dacht de koning, dadelijk steekt hij al mijn
onderdanen aan met zijn somberheid. Hoe zou ik die tover
spreuk nou ongedaan kunnen maken. Wat had de heks nou
ook weer precies gezegd? Er is maar een ding dat je maken
kan, daar wordt je dan weer vroiijk van... Maar wat zou dat
kunnen zijn? Daama had ze gezegd: 'Brocccolistamp met
kaas'. Waar dat op sloeg, wist de koning ook niet. En dan volg-
de: 'Voor altijd ben je treurig, verdrietig en humeurig.' Nou
dat was maar al te goed gelukt. Maar er moest dus iets te
maken zijn, waarvan Peter weer vroiijk zou worden. Een ding!
Sosia had het zelf gezegd. Opeens ging er bij de koning een
lichtje branden. Hij riep zijn paleiskoks bij zich en vroeg hen:
'Wie van jullie weet wat broccolistamp met kaas is?' 'Dat weet
ik wel,' zei de slimste kok. 'Broccoli is een soort bloemkool,
maar dan heel mooi donkergroen van kleur. Als je dat even
kookt, kun je het stampen tot een soort puree.' 'Ja, en ik weet
wat kaas is,' riep de domste kok blij. 'Ja, ja...' sprak de koning
ongeduldig. 'Maak het onmiddellijk klaar en breng het naar
onze paashaas.' Zo gezegd, zo gedaan en de koks maakten een
grote pan broccolistamp met kaas. Zo snel als ze konden ren-
den ze ermee naar Peter de paashaas. Die had helemaal geen
honger. Maar de koks waren bang dat ze van de koning op
hun donder zouden krijgen als Peter er geen hapje van zou
nemen. Ze sprongen boven op hem, hielden zijn armen vast,
sperden zijn mond open en duwden een lepel broccolistamp
in zijn mond. Peter spartelde tegen, maar opeens hield het
spartelen op. 'Wat is dit?' vroeg Peter verbaasd. 'Ik krijg er
warempel weer goede zin van.' En hij at snel de hele schaal
leeg. 'O jee, ik moet nog tweehonderd dozen met eieren
beschilderen, daar ga ik maar eens snel aan beginnen.'
Om Peter te helpen, stuurde de koning alle kinderen van het
koninkrijk naar het huisje van de paashaas. En daar schilder-
den ze samen de allermooiste paaseieren. En iedereen was
vroiijk, maar de vrolijkste was Peter de paashaas. Toen Sosia
hoorde dat haar plannetje was mislukt, is ze er krijsend van-
door gegaan en niemand heeft ooit meer wat van haar
gehoord. En de koning liet in de wet zetten dat in de maand
voor Pasen alle mensen minstens een keer per week broccoli
stamp met kaas moesten eten. Dan had iedereen in het hele
koninkrijk een vroiijk Pasen!
Ca ba retter
hei gerecht
ama is vader v^v drie kinderen. Bavo vertelt ze een zelfverzonn^n spro
?op tafel komt en tien tegen een dat de maaltijd er dan met smaak ingaj
'Baas boven baas, boven Peter de paashaas
Broccolistamp met kaas
Voor altijd ben je treurig
Verdrietig en humeurig
Er is maar een ding dat je maken kan
Daar word je dan weer vroiijk van.'
92 AllerHande 4-2000